Izabela_Matula

Izabela Matula schittert als La Wally

Tekst: Peter Franken

An Avalanche in the Alps, Phillip James De Loutherbourg, 1803, Uit de collectie van: Tate Britain

Alfredo Catalani (1854-1893) schreef vijf opera’s waarvan alleen La Wally uit 1892 enige bekendheid geniet bij het grote publiek. Het werk stamt uit dezelfde periode als Mascagni’s Cavalleria Rusticana (1890) maar is minder uitgesproken veristisch. La Wally markeert als het ware de overgang van romantiek naar verisme.

Het personage Wally doet in bepaalde scènes denken aan een licht hysterische wanhopige Santuzza maar gedraagt zich op andere momenten zo onbehouwen dat een vergelijking met een hybride van Turiddu en Alfio meer op zijn plaats is. Ze is dan ook geen arm dorpsmeisje maar na de dood van haar vader een grootgrondbezitter en de rijkste vrouw van het dorp.

Het verhaal is nauwelijks relevant, een vrijgevochten meisje dat niet wil trouwen met de man uit het dorp Hochstoff die haar vader voor haar heeft bepaald, een andere man uit het naburige Sölden (Hagenbach) die haar voorkeur heeft, de afgewezen huwelijkskandidaat Gellner), een uitdagende concurrente in de liefde en verder ruzie, wraak en moord. Het einde komt als Hagenbach door een lawine een ravijn in wordt gestort waarna Wally hem volgt in de dood.

In 2021 was er in Wenen een nieuwe productie van Catalani’s beroemde opera te zien in de regie van Barbora Horákova Joly. De Poolse sopraan Izabela Matula schittert in de titelrol op de opname die zeer recent door Unitel op dvd is uitgebracht.

Eva-Maria van Acker was verantwoordelijk voor decor en kostumering. Ze laat de handeling zich afspelen op een betrekkelijk kaal toneel met wat rotsblokken om de suggestie van een berglandschap te wekken. Tijdens bepaalde scènes zijn er wat rekwisieten zoals een tafel met glazen, een paar stoelen, eenvoudige feestversiering.

De laatste twee aktes spelen zich af in een stellage van meerdere verdiepingen die grote hoogteverschillen suggereren, een berg en een ravijn. De kostuums zijn in overeenstemming met de Tiroler omgeving zonder dat sprake is van etnografische flauwekul.

Alastair Miles is voorbeeldig als de onsympathieke vader van Wally die haar ter plekke aan Gellner wil uithuwelijken nadat hij door Hagenbach is vernederd. Dat zijn dochter op diezelfde Hagenbach verliefd is, deert hem niet. Haar wel natuurlijk en ze neemt de benen. Na zijn dood keert ze terug in het dorp, nu rijk en machtig en daar maakt ze gemakkelijk misbruik van. Het is een vrouw met een sterk karakter en de nodige onprettige kanten.

Voor zo’n rol moet je geen tengere kwetsbaar ogende sopraan inzetten en in dat opzicht is Matula een ideale keuze. Ze is een betrekkelijk forse vrouw die tevens heel aantrekkelijk is. Acterend weet ze alle details in Wally’s grillige gedrag goed uit te spelen. Stimmlich is ze volstrekt ideaal voor deze partij. De bekende aria ‘Ebben? ne andrò lontana’ krijgt een prachtige vertolking en ook de monologen in de laatste twee aktes zijn van hoog niveau.

De onfortuinlijke Gellner komt voor rekening van Jacques Imbrailo, een wat ondankbare rol waar hij goed raad mee weet al vind ik hem acterend soms wat pathetisch. Zijn concurrent in de liefde Hagenbach is in goede handen bij Leonardo Capalbo, een uitstekende tenor, ik zag hem eerder al eens als Don Carlo in Antwerpen. Daarmee is de klassieke liefdesdriehoek  uitstekend bezet.

Door het stuk heen loopt het jongetje Walter dat zich welhaast fysiek aan Wally heeft gehecht. Vermoedelijk is hij een weeskind die in haar een grote zelfbewuste zus ziet. Walter is altijd vrolijk en zelfs als de wereld voor Wally lijkt in te storten nog steeds het toppunt van optimisme. Deze bijrol krijgt gestalte in de persoon van Ilona Revolskaya. De grote aria aan het begin, Wally’s lied, wordt door haar met verve gebracht. De overige rollen zijn adequaat bezet.

Het Arnold Schönberg Koor en de Wiener Symphoniker staan onder leiding van Andrés Orozco-Estrada.

Trailer:



Productie foto’s: © Herwig Prammer

De Amerikaanse opera’s deel 2: The Consul (Der Konsul) van Giancarlo Menotti

Tekst: Peter Franken

Gian Carlo Menotti’s vluchtelingendrama stond in het seizoen 2016/17 op het programma van het Theater Krefeld – Mönchen Gladbach. Hoewel geschreven eind jaren 1940 is het beklemmend actueel. De enscenering van Katja Bening is echter geheel conform Menotti’s eigen libretto en regie aanwijzingen, zonder een spoor van transpositie naar het heden. Deze integere benadering bleek zeer effectief.

Naar verluidt las Menotti in 1947 in de krant een berichtje over een Pools-joodse vrouw die op Ellis Island zelfmoord had gepleegd toen ze niet langer tegen de bureaucratische machine was opgewassen die haar de intocht in het beloofde land, de Verenigde Staten, versperde. Dit was aanleiding tot het schrijven van een libretto waarin ook eerdere persoonlijke ervaringen werden verwerkt. In een korte toelichting wordt gesteld: ‘De opera speelt ergens in Europa, maar de handeling is niet aan een bepaald land gebonden. Het is een aanklacht tegen tirannie, in elke vorm.’

Het verhaal draait om Magda Sorel, de vrouw van John Sorel die strijd voert tegen een repressief regiem. Als John moet vluchten naar het democratische buurland probeert zij via het consulaat van deze staat een visum te krijgen voor zichzelf en haar zoontje. Aangezien ze door de geheime politie in de gaten wordt gehouden en de benodigde papieren haar worden geweigerd, staat ze op het consulaat met lege handen. Haar openingszin luidt dan ook: ‘Is de consul te spreken?’

Tamelijk voorspelbaar lukt dat niet. De consul is druk bezet, is nooit te spreken. Een in het vak geharde secretaresse staat iedereen te woord en laat geen uitzonderingen toe. Papieren moeten worden ingevuld en als ergens niet aan de zeer precieze eisen wordt voldaan kan betrokkene gelijk weer de volgende dag terug komen.

Zo komt meneer Koffner al zo lang in het kantoor dat hij verzucht dat hij dat over een jaar nog steeds te horen zal krijgen. Diezelfde Koffner neemt een Italiaanse vrouw onder zijn hoede die de landstaal niet machtig is. Hij vertaalt voor haar en helpt bij het invullen van een formulier. Op voorhand nutteloos want eigen papieren heeft ze niet.

Verder is er een vrouw die haar dochter in het buitenland wil bezoeken. Haar kind is met een soldaat van het betreffende land meegegaan, is bevallen en vervolgens in de steek gelaten. Het gaat haar slecht en haar moeder moet dringend naar haar toe. Dat kan wel een half jaar duren, krijgt ze te horen. Moeilijk geval ook omdat ze drie jaar in een concentratiekamp heeft gezeten. Dat moet goed uitgezocht worden. Verder zijn er talloze gevallen die op de hare lijken: ‘Een naam is een nummer, een verhaal is een geval’. Waarop de wanhopige vrouw uitroept: ‘Moeten wij dan sterven omdat er teveel van ons zijn?’

Comic relief komt in de persoon van de illusionist Nika Magadoff die met allerlei trucs de secretaresse ervan probeert te overtuigen dat zijn status als artiest toch belangrijker is dan een paar papieren. Hij moet tot de conclusie komen dat ook een beroemdheid als hijzelf zijn eigen weg in het leven moet zien te vinden.

Ondertussen is Magda al een maand bezig door dagelijkse bezoeken voor elkaar te krijgen dat ze een onderhoud met de consul mag hebben. Als het voor de zoveelste keer wordt geweigerd gaat ze door het lint en houdt ze een tirade over de onmenselijkheid van het bureaucratische systeem dat papieren hoger aanslaat dan mensen:

To this we’ve come:
that man be born a stranger upon God’s earth,
that he be chosen without a chance for choice,
that he be hunted without the hope of refuge.’

Het is het dramatisch hoogtepunt van de opera.

To this we’ve come, gezongen door de eerste Magda Sorel, Patricia Neway:

Deze uitbarsting heeft tot gevolg dat de secretaresse besluit toch maar eens te kijken of de consul niet een momentje beschikbaar heeft. Hij heeft net een belangrijke gast op bezoek maar die staat op het punt te vertrekken. Als die gast de inspecteur van de geheime politie blijkt te zijn die Magda al geruime tijd onder druk zet, valt ze flauw. Daarna gaat het snel bergafwaarts tot Magda besluit zelfmoord te plegen. Inmiddels zijn haar moeder en zoontje overleden en is John gearresteerd. Als ze met haar hoofd in de oven zit, hallucineert ze en ziet alle spelers in het drama voorbijkomen. De doden wenken haar, kom naar ons toe.

Muzikaal leunt het werk sterk op Puccini en de filmmuziek van Korngold. Dramatische scènes doen sterk denken aan La fanciulla del West en de begeleidende muziek van de Italiaanse vrouw is puur Butterfly. Als Magda hallucineert over een toekomst zonder barrières klinkt er revolutionaire marsmuziek.

De voorstelling in Mönchchen Gladbach werd gezongen in het Duits, geheel conform de wens van Menotti om overal de landstaal te gebruiken. Het werk is dan ook al in ruim 20 talen vertaald. Het decor wisselde tussen het huis van de familie Sorel en het bureau van de consul. Wisselingen vonden plaats met gesloten doek waarbij soms verbindende muziek te horen was.

De hoofdrol was in handen van de Poolse sopraan Izabela Matula, een goede keuze. Ze excelleerde in de grote aria en voor het overige was haar spel zeer overtuigend. De rest van de cast was duidelijk van wat minder niveau maar voor een provinciaal theater alleszins toereikend.  De goed spelende Niederrheinische Sinfoniker stonden onder leiding van Diego Martín-Etxebarría.

In 1963 werd een enscenering van Der Konsul verfilmd voor televisie, een medium dat toen nog in zijn kinderschoenen stond. In 2010 is deze opname door Arthaus op dvd uitgebracht. De zwart wit beelden dragen sterk bij aan de beklemmende sfeer van de handeling en maken het tot een prachtig document uit de geschiedenis van verfilmde opera’s. Het werk is voor televisie geënsceneerd door Rudolph Carter.

Magda Sorel wordt schitterend vertolkt door Mekitta Muszely, je ontkomt er niet aan je geheel met haar problemen te vereenzelvigen. Eberhard Wächter neemt de rol van haar echtgenoot John Sorel voor zijn rekening. Gloria Lane is fenomenaal als de onbuigzame secretaresse die als een Cerberus iedereen bij haar chef vandaan houdt, ondoorgrondelijk vanachter haar zonnebril.  Willy Ferenz overtuigt als een ‘creepy’ agent van de veiligheidspolitie.  Franz-Bauer Theussl staat voor het Orkest van de Volksoper Wien.