Ivanhoe

MARSCHNER’S “IVANHOE” OR THE TEMPLAR AND THE JEWESS



Heinrich Marschner … For many Dutch opera goers, no more than a name. No wonder: when was he last performed here?

I myself have a huge soft spot for his romantic horror fairy tales Der Vampyr and Hans Heilings but Der Templer und die Jüdin? No, I have never heard of it.

Yet the opera was once a successful work. Indeed, after its premiere on 22 December 1829, it became Marschner’s most popular and frequently performed opera (200 times in 70 years). And it is not just any opera, Der Templer und die Jüdin is a great romantic opera like they have long since ceased to be made.

The libretto is based on Sir Walter Scott’s Ivanhoe (1819), the first great historical novel in literary history. The story is very simple and complicated at the same time. You have the bad guys (the Normans = French) and the good guys (The Saxons = English).

There is a king (Richard Lionheart), who, after ‘visiting’ the Holy Land with crusaders, has to re-fight his throne, preferably incognito. And there is a Templar who falls in love with a beautiful Jew. He kidnaps her to win her heart (and more), but she wants nothing to do with him. Against her better judgment, she has fallen in love with a wounded knight (Ivanhoe, but no one knows that). Unfortunately for her, Ivanhoe has been piling on his cousin for years, whom he is not allowed to marry because she is destined for another.

A lot of turmoil ensues. Poor Rebecca is condemned to be burned at the stake, but an anonymous paladin saves her life. It turns out to be Ivanhoe. He marries his beloved and everyone (except the templar, who is now dead) lives happily ever after….

A dragon of a story? Perhaps, but to me it reminds me of the good old days, when good always triumphed. Of the times when, with the sound of the crackling wood in the fireplace in the background and a cup of chocolate milk in your hand, you nestled on the sofa to listen to a delightful radio play on the radio.

The comparison with a radio play does not come out of the blue. There is no libretto in the opera released by the Myto company. There is not even a synopsis! The whole story is narrated by a kind of ‘ZDF lady’. So her warm voice and involved recitation remind me strongly of (and sometimes long for!) the old-fashioned radio plays. It has something. Especially when combined with the dull mono sound – the opera was recorded (live?) in Vienna in 1961. I can imagine a Hi-Fi freak not liking this, but for me it’s a pure, childlike delight.

The music is, as befits a great romantic opera – grand, sweeping, with growling violins and ominous cellos. There are (church) bells and natural sounds. One thinks Weber, Schubert (Fierrabras!) and early Wagner. And, of course, Marschner himself.

The performance? As far as the sound allows to judge it properly: the baritone Georg Uggl is a fantastic Brian de Bois Gilbert (the Templar from the title) and Liana Synek is a very moving Rebecca. Her beautiful, high soprano deserves to be heard. But actually they all sing well, all these (to me) unknown greats.

The Grosses Orchester der RAVAG (the predecessor of ORF) is conducted by Kurt Tenner and as a bonus you get the highlights, sung in Italian (!), from Der Vampyr, recorded in Milan in 1953. Nice!

Ivanhoé van Rossini: een heerlijke pasticcio

Ivanhoe

In 1826 was pasticcio al over zijn hoogtepunt heen. Deze operavorm, zeer geliefd in de achttiende eeuw was eigenlijk niet meer dan een samenraapsel van verschillende aria’s, duetten en ensembles uit diverse opera’s; niet noodzakelijk beperkt tot één componist

Gioacchino Rossini behoorde tot de grote liefhebbers – en gebruikers – van dit genre. Niet zelden hergebruikte hij dezelfde (orkestrale)stukken en soms zelfs de complete aria’s in zijn ‘gewone’ opera’s. Deze bekwaamheid kwam hem goed van pas toen hij, eenmaal succesvol in Parijs in tijdnood kwam. Geholpen door Pacini, zijn Parijse uitgever ‘componeerde’ hij Ivanhoé een opera die samengesteld werd uit fragmenten uit zijn verschillende werken, waaronder Semiramide en La Cenerentola.

Het libretto was losjes gebaseerd op een in die tijd zeer succesvolle roman van Walter Scott. Dat het verhaal mager en in feite niet na te vertellen is, is eigenlijk onbelangrijk want de muziek doet wonderen. Het is ook een bijzonder aanstekelijk samenraapsel geworden, vol schitterende aria’s en duetten. De première op 15 september 1826 was zeer succesvol en het Parijse publiek stroomde toe.

Na jaren van in totale vergetelheid te zijn geraakt, werd Ivanhoe gepresenteerd tijdens het festival in Martina Franca, in juli 2001. Dat de uitvoering niet helemaal optimaal was doet er eigenlijk niet toe en ik ben Dynamic zeer erkentelijk voor de opname die ze er live van hebben gemaakt.


Gioacchino Rossini
Ivanhoé
Simon Edwards, Inga Balabanova, Soon-Won Kang, Filippo Morace
Orchestra Internazionale d’Italia olv Paolo Arrivabeni
Dynamic CDS 397/1-2

‘Ivanhoe’ van Marschner: Der Templer und die Jüdin

marschner

Heinrich Marschner … Voor veel Nederlandse operagangers niet meer dan een naam. Geen wonder: wanneer werd hij hier voor het laatst uitgevoerd?

Zelf heb ik een enorm zwak voor zijn romantische griezelsprookjes Der Vampyr en Hans Heilings maar Der Templer und die Jüdin? Nee, daar heb ik nog nooit van gehoord.

Toch was de opera ooit een succesvol werk. Sterker nog: na de première op 22 december 1829 werd het Marschners populairste en vaakst opgevoerde opera (200 keer in 70 jaar tijd). En het is niet zomaar een opera, Der Templer und die Jüdin is een grote romantische opera zoals ze allang niet meer gemaakt worden.

Het libretto is gebaseerd op Ivanhoe van Sir Walter Scott (1819), de eerste grote historische roman in de literatuurgeschiedenis. Het verhaal is heel simpel en ingewikkeld tegelijk. Je hebt de slechteriken (de Normandiërs = Fransen) en de goeden (De Saksen = Engelsen).

Er is een koning (Richard Leeuwenhart), die na het ‘bezoekje’ met kruisvaarders aan het Heilige Land zijn troon opnieuw moet bevechten, het liefst incognito. En er is een tempelier die verliefd wordt op een schone Joodse. Hij ontvoert haar om haar hart (en meer) te veroveren, maar zij moet niets van hem hebben. Tegen beter weten in is ze verliefd geworden op een gewonde ridder (Ivanhoe, maar dat weet niemand). Helaas voor haar is Ivanhoe al jaren stapel op zijn nicht, met wie hij niet mag trouwen omdat ze voor een ander is bestemd.

Er volgen een hoop toestanden. De arme Rebecca wordt veroordeeld tot de brandstapel, maar een anonieme paladijn redt haar leven. Het blijkt Ivanhoe te zijn. Hij trouwt met zijn geliefde en iedereen (op de tempelier na, die is inmiddels dood) leeft nog lang en gelukkig..

Een draak van een verhaal? Misschien, maar mij doet het denken aan de goede oude tijden, toen het goede altijd zegevierde. Aan de tijden toen je, met het geluid van het knisperende hout in de open haard op de achtergrond en met een kop chocolademelk in je hand, je op de bank nestelde om naar een heerlijk hoorspel op de radio te luisteren.

De vergelijking met een hoorspel komt niet zomaar uit de lucht vallen. In de door de firma Myto uitgebrachte opera zit geen libretto. Er is niet eens een synopsis! Het hele verhaal wordt aan elkaar gepraat door een soort ‘ZDF-juffrouw’. Haar warme stem en betrokken voordracht doen mij dus sterk aan de ouderwetse hoorspelen denken (en soms naar terugverlangen!). Het heeft iets. Zeker in de combinatie met de doffe monoklank – de opera is in 1961 in Wenen (live?) opgenomen. Ik kan me voorstellen dat een Hi-Fi-freak hier niets aan vindt, maar voor mij is het een puur, kinderlijk genot.

De muziek is, zoals het een grote romantische opera betaamt – groots, wijds, met grommende violen en onheilspellende celli. Er zijn (kerk)klokken en natuurgetrouwe geluiden. Men denke Weber, Schubert (Fierrabras!) en de vroege Wagner. En natuurlijk Marschner zelf.

De uitvoering? Voor zover de klank het toelaat om het goed te beoordelen: de bariton Georg Oeggl is een fantastische Brian de Bois Gilbert (de tempelier uit de titel) en Liana Synek is een zeer bewogen Rebecca. Haar mooie, hoge sopraan verdient het om gehoord te worden. Maar eigenlijk zingen ze allemaal goed, al die (voor mij) onbekende grootheden.

Het Grosses Orchester der RAVAG (de voorloper van ORF) staat onder leiding van Kurt Tenner en als bonus krijgt u de, in het Italiaans (!) gezongen, hoogtepunten uit Der Vampyr, opgenomen in Milaan in 1953. Leuk!


Heinrich Marschner
Der Tempelier und die Jüdin
Fritz Sperlbauer, Georg Oegll, Kurt Dickl, Leopold Vobruba, Liane Synek e.a.
Tonkünstlerchor en het Grosses Orchester der RAVAG olv Kurt Tenner
MYTO 00249

Meer Marschner:
Het begon met Paganini… Dynamic viert zijn veertigste verjaardag
HANS HEILING als mijnbouwopera in Essen