Holland-festival

“Tradition is progress”,  Abel Selaocoe, publiekslieveling uit Zuid-Afrika was in Amsterdam

Tekst: Neil van der Linden

Zijn levensloop is onderhand bekend. Abel Selaocoe werd geboren in de Zuid-Afrikaanse township Sebokeng. Zijn oudere broer ging naar de muziekschool in Soweto en nam hem mee, waar de bijzondere aanleg van het jongere broertje opviel. Hij kreeg een beurs voor het conservatorium in Johannesburg en kwam bij het Royal Northern College of Music in Manchester terecht. Vanuit Engeland begon zijn zegetocht over de wereld. Selaocoe combineert klassieke cello met traditionele Zuid -Afrikaanse zang, waaronder de keelzang van de Xhosa.

“Tradition is progress”, dat is de slogan uit de openingswoorden waarmee Abel Selaocoe zijn publiek toesprak. Hij opende het concert met een aantal eigen stukken, waarin Afrikaanse ritmes en Afrikaanse polyfonie doorklinken. Die worden niet alleen instrumentaal maar ook vocaal wonderwel fraai ondersteund door leden van het Ensemble Resonanz, samen met de Malinees-Britse percussionist Sidiki Dembélé.

Spannend is meteen de opening van het eerste stuk, Qhawe (‘Held’). Mysterieuze klanken, waarin de ensembleleden meerstemmig met het instrumentarium meezingen. Waarna Selaocoe inzet met een vlammende solo en vervolgens samen met het slagwerk het geheel opstuwt tot een kolkend-ritmische klankmassa. Mede door de imposante, rijzige verschijning van Selaocoe, in een gewaad dat door de Ghanese kunstenaar El Anatsui had kunnen zijn ontworpen, en met de musici van Ensemble Resonanz op de celli na verspreid over het podium, is het concert eigenlijk bijna muziektheater.

Selaocoe is ook bekend van interpretaties van klassieke cellowerken zoals de cellosuites van Bach en muziek van Marin Marais, maar hij speelt ook nieuw geschreven klassieke werken. Zoals deze middag Bay of Bisons van Kate Moore. Moore schreef dit celloconcert speciaal voor Selaocoe, als compositieopdracht van de Matinee, het Holland Festival, het Ensemble Resonanz en DeSingel Antwerpen, en het ging een paar dagen eerder in première in de Hamburgse Elbphilharmonie.


OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Moore is momenteel stadscomponist van Amsterdam. Voorafgaand aan het concert voerde het VU-Kamerkoor van haar hand een lied uit voor het de 750e verjaardag van Amsterdam. Het Bay of Bisons uit de titel associeer je niet met Amsterdam, maar is toch ook niet zo exotisch als het klinkt. De “Bizonbaai” is onderdeel van de Ooijpolder, ten oosten van Oss, waar Moores moeder vandaan komt. Ze componeerde het werk op een wandeltocht tussen Oss, via Oxford, naar het eiland Skellig Michael tegenover de Ierse Westkust, waar haar vader is geboren.

Bay of Bisons, het eerste stuk na de pauze, begint met een psalmachtige solo gezongen melodie tegenover een contrapuntische passage op cello solo, waarna lage mannenstemmen en contrabassen de contrapuntmelodie overnemen. Vervolgens toveren Selaocoe en het hele strijkersensemble een wereld van mystieke klanken tevoorschijn. Het zou een impressie kunnen zijn van een wandeling door de Ooijpolder langs de Bizonbaai in de ochtenddauw. In het volgende deel horen we een Angelsaksische jig-achtige melodie tegenover een ostinato van de lage strijkinstrumenten. Dan lijken we ergens in Engeland te zijn. De strijkersklanken worden vervolgens aangevuld met keelklanken, van Selaocoe of van de ensembleleden. Door de subtiele mixage in de elektronische versterking laten de verschillende klankkleuren zich fraai vermengen.

Het derde deel opent met solozang met solo-cello als begeleiding, totdat cello en strijkers uitbarsten in een prachtige klaagzang, op een melodie die ook weer psalmodisch lijkt, of Hebreeuws, of Arabisch of Perzisch. Wanneer het ensemble begint mee te zingen lijkt het alsof een hele menigte zingt.

Ook al bevond Kate Moore zich ergens tussen bossen, heidevelden en moerassen tijdens haar wandeltocht, het is alsof de hele wereld even meezingt. Petje af weer voor de uitstekende geluidstechniek, terwijl de grote zaal van het Concertgebouw wat betreft elektronische versterking behoorlijk berucht is.

Het vierde deel opent met de cello geheel solo in minimal loopjes, waar de strijkers zich na een paar maten bij voegen. Als deze muziek het eindpunt van Moore’s voettocht verbeeldt, aan de westkust van Ierland, dan kun je je hier een schuimende Atlantische Oceaan bij voorstellen, op een dag waarop een vroege lentezon uit door de wind uiteen geblazen tevoorschijn komt.

Na Bay of Bisons volgt When we were trees voor 2 cello’s en strijkers van Giovanni Sollima, waarin celliste Saarom Park van het ensemble de andere partij voor haar rekening neemt. Sollima was een inspirator voor Selaocoe in diens pionierende speelstijl tussen klassiek en improvisatie.

In het derde en vijfde deel moeten de twee solo-instrumenten een in razend tempo synchroon spelen, zo snel dat ze – opzettelijk – telkens gezamenlijk bijna uit de bocht vliegen. Sollima citeert tenslotte een passage uit het concert voor twee celli en strijkers van Vivaldi, wat vervolgens tot halsbrekende toeren voor het gehele ensemble leidt, culminerend in een extatische climax, uiteraard met gejuich onthaald door de zaal.

Het is duidelijk dat Selaocoe zelf garant staat voor een volle zaal, de naamsbekendheid van de componisten doet er niet toe. Hij zou deze middag oorspronkelijk ook Waldesruhe van Dvorák spelen, wat niet kon doorgaan vanwege tijdgebrek. Toen dat werd omgeroepen ging er even een korte zucht van teleurstelling door de zaal. Maar de mensen komen voor hem.

Als ‘toegift’ speelde hij nog een eigen stuk, Ka Bohaleng, wat onderhand een eigen hitsong is geworden. Sidiki Dembélé kreeg de gelegenheid om nog even een briljante percussiesolo ten beste te geven, waarna Selaocoe en het hele ensemble losbarstten, en nu werd het publiek uitgenodigd om het hele tweede deel van stuk mee te zingen, te klappen en te stampen, wat dan ook gebeurde.

Ik moet wel opmerken dat de muziek in de twee langzame eigen stukken voor de pauze, van Selacoe zelf, kunnen neigen naar sentimentaliteit. Misschien speelt hij dan iets te veel in op goodwill in de zaal. Maar dat werd dan weer goed gemaaktin de ‘wilde’ stukken.

Gezien: Abel Selaocoe cello en stem, Sidiki Dembélé percussie, Saerom Park cello, Ensemble Resonanz. 

NTR Zaterdag Matinee als onderdeel van het Holland Festival. 14 juni, Concertgebouw, Amsterdam.Geluidstechniek: PME-tècnica, mag een keer speciale vermelding krijgen.

Foto’s – Abel Selaocoe: Sharp, Kate Moore: Johan Nieuwenhuize, Ooijpolder: Apdency, Skellig Michael eiland, waar Moore’s voettocht eindigde: Jerzy Strzelecki, publiek Concertgebouw: Neil van der Linden.

Ka Bohaleng/’On the sharp side’

Het programmaboek:

https://cms-assets.nporadio.nl/npoRadio4/NTRZM2025-06-14-web.pdf?v=1749570628

https://www.npoklassiek.nl/uitzendingen/ntr-zaterdagmatinee/9e31bf25-917f-43d1-8a3c-3c6b43a441de/2025-06-14-ntr-zaterdagmatinee

Opening Holland Festival: ontroerende videobeelden bij Caroline Shaw en Le Sacre du Printemps

Tekst: Neil van der Linden

Het was in vergelijking met vorige edities een relatief simpele en korte openingsavond, daar in de Westergasfabriek. Waarbij toch iets mis bleek te kunnen gaan. Er was muziek door het Radio Filharmonisch Orkest samen met Cappella Amsterdam: achtereenvolgens Music in common time voor koor en orkest van Caroline Shaw, Strawinsky’s Sacre du Printemps en Earth Song van Frank Ticheli voor koor a capella.

Caroline Shaw

Ik houd van de muziek van Caroline Shaw – schijnbaar ‘neo-klassiek’ harmonieus, maar er zit altijd een randje aan, edgyness, jagged edges soms zelfs, waarmee ze verlokkelijke en absorberende eigen werelden schept. Maar wel goed voor rillingen langs ruggengraat en tegelijkertijd endorfine-effecten in de grijze hersenen.

Bij Music in common time werd een video vertoond geregisseerd door Christiane Jatahy, Holland Festival artist-in-residence dit jaar. We zien op een wat mistroostig bouwterrein, misschien ergens in Brazilië, kinderen plezier met elkaar hebben. Sommigen spelen ook oorlogje met elkaar. Misschien verwijst dit naar favela-bendeoorlogen, maar in alles domineert toch jonge onschuld in het gedrag van de kinderen. En voor de camera hebben ze bijna allemaal een ontwapenende lach. Maar ja, kinderen kunnen zelfs in de ergste omstandigheden vaak toch nog lachen voor de camera. Geregeld wellen bij mij een paar tranen van ontroering op.

Aan het eind van de video zien we een meisje met grote ogen en zonder lach de camera inkijken. Wat staat haar in het leven te wachten, in een wereld waar het leven hard kan zijn? Hopelijk niet wat het leven sommige personages uit de video bij het volgende stuk, de Sacre, heeft gebracht.

Bij de Sacre was een video te zien van Evangelia Kranioti. Kort na het begin rende er iemand naar achteren, en toen leek het al of er technisch iets mis was, alsof er haperingen waren in de vertoning. De dag erop werd in een persbericht rondgestuurd meegedeeld dat er iets was misgegaan met de live-montage en de synchronisatie. Dat maakt het moeilijk de uitvoering precies te beoordelen.

Misschien afgeleid door het technische probleem leek dirigent Karina Kanellakis het orkest wat loom te dirigeren. Misschien hield ze ook rekening met de akoestiek van de gashouder, waarin orkestgeluid snel kan dichtslibben. Daar stond tegenover dat we mede door die loomheid een indringende kijk kregen op de kleuren in Strawinsky’s orkestratie.

De vaak grimmige wereld van de jong-volwassenen in de film bij de Sacre vormde mogelijk een vervolg op het leven van de kinderen in de film by Caroline Shaw’s muziek. De film bij de Sacre toonde dat dat wel eens verslaafde en dakloze kan zijn. In sommige gevallen is dat misschien een verkeerde ‘eigen keuze’. Maar ze kunnen ook door anderen naar de marge worden gedirigeerd. De film toont ook het harde leven van sekswerkers, transmensen en bijvoorbeeld ook inheemse bevolkingsgroepen en etnische minderheden.

De video opent met ongerepte gletsjerlandschappen. De oerbron van rivieren en daarmee veel leven op aarde. Die worden gevolgd door beelden van vermoedelijk Braziliaanse inheemse bevolking en dan de middenberm van een snelweg langs naargeestige delen van een grote stad. Rio? Sao Paolo? Later bij de ‘wildere’ passages van de muziek zien we het Carnaval van (neem ik aan) Rio, met beelden van feestende massa’s waarin iedereen anoniem achter maskers een tijdelijke identiteit kan vinden.

De film volgt een paar personages, een inheemse vrouw, een vermoedelijk dakloze, die in de middenberm verblijft en daar misschien leeft.  Af en toe zet hij een glimmend plastic masker op dat naar inheemse rituele verwijst maar ook naar dat carnaval. Soms verschijnt hij met masker en al midden in de sneeuwvlakte onderaan de gletsjer. Dan zien we hem door middel van een pijpje en een aansteker iets opsnuiven? Crack? De film verplaatst zich naar meer paradijselijke omgevingen.

Vervolgens zien we een soort nachtelijke onguur ogende plekken waar (cis- en trans-) vrouwen staan. De film eindigt met een transvrouw of non-binair die op ons toe komt rennen. Een beeldrijm met het meisje uit het slot van de eerste film? Het oorspronkelijke verhaal van de Sacre verwijst naar een Russisch folklore-verhaal waarin om de lente in het land te brengen een jong meisje wordt geofferd. Is het personage uit het eind van de tweede video het meisje uit het slot van de eerste film?

Deze productie van de Sacre werd eerder opgevoerd in Aix-en-Provence in combinatie met een video bij Strawinsky’s Vuurvogel. De mogelijk beoogde aansluiting tussen de twee video bij Caroline Shaws muziek en de Sacre stamt dus niet uit de oorspronkelijke uitvoering.  

Overigens liet Canellakis de ‘wildere’ passages aan het slot van het eerste en van het tweede deel van de Sacre wél heftig uitkomen, waardoor het muzikale contrast binnen de delen zo geprononceerd mogelijk overkwam. In akoestiek van de Westergasfabriek riep de muziek vulkaanuitbarstingen en lavastromen op.

Hier ontstonden ook fraaie symbioses tussen beeld en muziek, met bijvoorbeeld beelden van de gemaskerde, kleurrijke maar ook sinistere personages die tijdens zo’n carnaval. De cineast was ook kien op vervreemdende elementen geweest, zoals bij een persoon die beneden zijn prachtige masker een voetbalshirt met een rugnummer van een Duitse voetballer droeg.

Maar juist doordat andere passages van de Sacre zo ‘aards’ zijn (zoals door de componist bedoeld) en niet zo atmosferisch als bijvoorbeeld de muziek van De Vuurvogel laat staan die van Strawinsky’s tijdgenoten Skrjabin, Ravel of pakweg Langgaard bleef verdere ‘ruimtelijke symbiose’ tussen klank en beeld voor een deel uit.

De zoals in het programma aangeduide ‘toegift’ Earth Song van Frank Tichelir voor koor alleen is van het soort nu gebruikelijke post-postmoderne post new age type koormuziek, de muziek die wat mij betreft de klassieke radiozenders momenteel teistert, omdat men denkt dat de muziek wel ‘van onze tijd’ is, maar waaraan toch niemand aanstoot kan nemen. Behalve dat die zo eenvormig is. Hierbij was ook video geregisseerd door Christiane Jatahy te zien, in de vorm van live-beelden van de koorleden en beelden van het publiek. Weinig bijzonders.


https://www.npr.org/sections/deceptivecadence/2021/07/06/1011735623/caroline-shaw-classical-profile-let-the-soil-play-its-simple-part

Foto collage Caroline Shaw: illustratie door Renee Klahr/NPR/Photo by Dayna Szyndrowski

Foto’s Sacre uitvoering in Aix-en-Provence © Jean-Louis Fernandez

The Rite of Spring, Music in common time van Caroline Shaw, Le Sacre du Printemps van Igor Straw en Earth Song van Frank Ticheli.

Radio Filharmonisch Orkest en Cappella Amsterdam, dirigenten Karina Canellakis in Shaw en Strawinky, Daniel Reuss in Ticheli.
Gezien 7 juni in de Westergasfabriek.