Heather_Buck

Unforgettable premiere of Pascal Dusapin’s ‘Faustus, The Last Night’

Pascal Dusapin

Dusapin’s opera Faustus, The Last Night had an unforgettable Dutch premiere at the ZaterdagMatinee on 13 November 2010. It is hard to imagine a better performance; it was wonderfully conducted by Jonathan Stockhammer and featuring soloists such as John Hancock and Jaco Huijpen.

dusapin-dirigent

Jonathan Stockhammer



All of us sometimes dream of eternal youth, perfect health, happy love and freedom to do as we please. Some people are very willing to pay a lot for those things, they will even make a pact with the devil if necessary. See here the inspiration for countless books, poems, operas, musical pieces and paintings


We, humans, we love dreams. And fairy tales. But devils, should they really exist, might have something better to do than serve us for a few decades, in exchange for our souls. Nor are heaven and hell to be taken for granted. Maybe they are made up?

That’s what “Faustus, The Last Night” by Pascal Dusapin (1955) is all about. Forget Goethe, because Mephistopheles is not interested in Faustus’ soul and Faustus does not want to sell anything. There is also no Marguérite, no love and no artistry either. There is NOTHING. A “nulla”, as it was articulated by Iago in Verdi’s Otello. And a total nihilism like that of Mefistofele, from Boito’s opera of the same name.

Dusapin’s opera, a work comprising one night and 11 scenes, was first performed in 2006 at the Staatsoper unter den Linden in Berlin.

Lyon and Spoleto followed and now it was Amsterdam’s turn, with a performance at the ZaterdagMatinee. Fortunately concertante, which meant you were not disturbed by the (delusional) concepts of a mallotic director.

Although, concertante? Quite a lot happened on the Great Hall stage. The stairs and balconies were used gratefully. All the singers knew their roles by heart (most of them have also sung the opera elsewhere), allowing them to concentrate not only on the dog-eared score, but also on acting.

The opera itself is actually one long conversation about the existence or non-existence of things. And the sense or nonsense of life. Existentialism at its finest.

Dusapin is not easy to categorize. He was taught by Franco Donatoni and Iannis Xenakis, but did not adopt their ideas. Fortunately, he also has an aversion to ˜systems”and he makes grateful use of everything that has been developed over the years: jazz, electronics, bandas, added timpani and horns…

Whatever you come up with, Dusapin knows how to use it. Eclectic? Yes, but thankfully that is no longer a swear word. Easy? No. But so insanely fascinating!

Apart from Faustus and Mephistopheles, Dusapin introduces two more characters: Togod, (an anagram of Godot, think Beckett’s play) – half God, half devil.
And Sly, a drunk and a laughingstock, and he is yet another quote. Not only from the Shakespeare (Sly is a minor character in The Taming of the Shrew) but also from Wolf-Ferrari’s opera.

And then we also have a blind angel, who cannot be seen himself and who only manages to tell the protagonist to be born again. In the total chaos that follows, the angel is consumed by flames.

At the end, the fire extinguishers, and, whispering softly, and the music extinguishes  with it. The spectators are left to their own devices in ˜Nothingness”. Breathtakingly beautiful and painfully moving.

About the performance of the ZaterdagMatinee I can be very brief: TOP! How and where does one find such brilliant singer/actors? Granted, they were amplified, but that could not be otherwise, no (human) voice can withstand the violence of those timpani, trombones and electronics. And yet … Amplified or not –  hats off to them, all of them.

Heather Buck (Angel) ˜walked”through her prescribed vocal jumps of no less than two octaves with a deadly ease. Adam Klein was at times hilarious as the constantly drunk Sly and yet he also managed to emphasise the more serious side of his role.

dusapin-jaco

Jaco Huijpen


Dutch bass Jaco Huijpen was a very impressive Togod and Stephen West was a no-holds-barred Mephistopheles.

John Hannock was a Faustus out of thousands. In fact, I still cannot fathom how he filled the role. His voice seemed made of elastic. Sprechgesang? Bel canto? Dramatic? Anything really: he could do it and he did it all. And how!

The final applause with Pascal Dusapin and Jonathan Stockhammer in the middle


The Radio Chamber Philharmonic under Jonathan Stockhammer’s direction sounded as if they had fused with Dusapin’s music, and perhaps that is true. Unforgettable.


Pascal Dusapin
Faustus, the Last Night
Performed by Radio Kamer Filharmonie olv Jonathan Stockhammer
Soloists: John Hancock, Stephen West, Jaco Huijpen, Adam Klein and Heather Buck
Visited on 13 November 2010 in the Concertgebouw in Amsterdam

Powder her face van Thomas Adès is een must voor elke operaliefhebber

Tekst: Peter Franken

Georges Seurat, 1889-90, Jeune femme se poudrant (Young Woman Powdering Herself), oil on canvas, 95.5 x 79.5 cm, Courtauld Institute of Art.jpg

Deze kameropera had première in 1995 en maakte van componist Adès op 24 jarige leeftijd op slag een beroemdheid in de muziekwereld. Het libretto is gebaseerd op het onstuimige leven van Margaret Campbell die in de jaren ’30 en ’40 met haar scabreuze levenswandel een centrale figuur was in de Londense High Society.

Dankzij haar grote geërfde vermogen kon ze zich vrijwel alles permitteren en toen haar eerste huwelijk op de klippen was gelopen werd ze een aantrekkelijke partij voor de libertijnse Duke of Argil die in haar een mogelijkheid zag om zijn in verval rakende familiekasteel te restaureren. Voor de verandering hier eens de man als golddigger.

Doordat ze nu officieel in adellijke kringen figureert wordt er enerzijds meer op haar gelet maar is ze anderzijds nog meer de lieveling van de boulevardpers dan voorheen. Geruchten gaan over haar talloze minnaars waaronder veel homofiele mannen.

Begin jaren ’60 duiken er foto’s op die zijn gemaakt met een Polaroid camera waarop ze, slechts gekleed in haar onafscheidelijke parelsnoer, een man oraal bevredigt. Zijn hoofd is niet te zien en er komt een geruchtenstroom op gang over zijn identiteit. De minister van defensie is een van de kandidaten.

Nadat een hotelbediende met het verhaal kwam dat ze door hem was verleid was er geen houden meer aan voor Margaret. Dit komt in de opera terug als nagespeelde scène waarin ze roomservice laat komen. Terwijl ze die man voor de deur laat wachten krijgt ze al masturberend een orgasme en zegt vervolgens heel laconiek: ‘Come in’. Maar de opwinding is nog niet geweken en ze zet net zo lang door tot ze de hotelbediende in de badkamer kan pijpen.

Al die onthullingen zouden het kantelpunt blijken in de society carrière van de Duchess. In plaats van haar stiekem te bewonderen vanwege haar rijkdom en vrije manier van leven werd ze het slachtoffer van een juridische lynchpartij. Gaandeweg verliest ze haar vermogen en moet zelfs haar huis verkopen.

Ze neemt haar intrek in een suite van het Dorchester Hotel en moet daar na een tijdje vertrekken omdat ze haar rekening niet wenst te voldoen. Net als Jim Mahoney in Mahagonny begaat ze de ultieme misdaad: ze kan niet betalen. De Duchess slijt haar laatste levensjaren in een verzorgingshuis.

MargHet libretto van Philip Hensher laat de Duchess ruimschoots aan het woord waardoor we als toeschouwer een goed beeld krijgen van hoe ze zichzelf altijd heeft gezien, tot op hoge leeftijd. Ze spreekt over haar enorme rijkdom en hoe men haar op een voetstuk plaatste. En er vervolgens enthousiast vanaf hamerde. Maar: no regrets.

De handeling speelt zich af in de suite van het Dorchester Hotel waar ze verblijft met haar enig overgebleven kamermeisje. Bij aanvang van de opera zien we deze bediende in de weer met een hotel elektricien die direct al de toon zet door gekleed als de hertogin een ‘pijparia’ ten beste te geven. Mevrouw komt binnen en kijkt er nauwelijks van op dat ze door het personeel wordt bespot. Zo ver is het al gekomen, maar vroeger……

Er volgen flashback scènes die haar leven volgen over een periode van een halve eeuw waarin de Duchess voortdurend zichzelf speelt en drie andere zangers in verschillende hoedanigheden optreden. Zo zien we het kamermeisje terug als confidante, maîtresse van de hertog, societyverslaggever en tv interviewer. De elektricien is een ‘lounge lizard’, hotelbediende die de was ophaalt en roomservice verzorgt en society fotograaf. De hotelmanager is tevens de hertog en de rechter.

In 1999 is de opera verfilmd, deel op locatie, door de Birmingham Contemporary Music Group onder leiding van Adès, en uitgebracht op dvd.

De muziek is zeer gevarieerd en sluit veelal aan bij de periode waarin bepaalde scènes zich afspelen of geacht worden plaats te vinden. Zo is er bij aanvang typisch vooroorlogse dansmuziek te horen als de elektricien het favoriete tijdverdrijf van de Duchess naspeelt.

Op andere momenten klinkt het atonaal als in Wozzeck en dan weer uitgesproken laatromantisch. Het 15 koppige orkest bestaat uit klarinet, saxofoon, koper, strijkers, slagwerk en accordeon, geheel in overeenstemming met de ballroom orkesten van yesteryear.

Mary Plazas in Almeida Opera’s 1999 production of Powder Her Face. Photograph: Tristram Kenton

Sopraan Mary Plazas zingt en acteert met veel verve. Wel nodig om je door deze toch wel atypische rol te kunnen slaan. Het lukt haar wonderwel en je ervaart afwisselend bewondering, medelijden en afkeer van haar personage. Hilarisch is haar vertolking van de ‘roomservice scène’ waar ze zich volledig instort. Daarmee geeft ze perfect invulling aan het libretto.

Tenor Dan Norman is een uitstekende elektricien en vertolkt ook zijn andere personages met overtuiging. Bas bariton Graeme Broadbent speelt zijn hertog en hotelmanager alsof het een en dezelfde persoon is, verder dan een lage stem en irritante grijns komt hij niet. Als hypocriete fatsoenrakker in de rol van rechter die onder zijn formele outfit met pruik een rok blijkt te dragen is hij echter leuk op dreef.

Muzikaal wordt het meeste gevergd van coloratuursopraan Heather Buck als kamermeisje die zich helemaal uitleeft in alle andere typetjes en een fantastische vertolking van haar moeilijke partij te beste geeft.

De opera is een rariteit maar zeer binnenkort in ons land op de planken te zien. De Reisopera gaat er mee op tournee met niemand minder dan Laura Bohn als de Duchess. Ze vertolkte die rol ook al in Oakland tijdens het West Edge Bay Area Summer Festival. Afgaande op de videoclips is ze een zeer goede keuze voor deze rol.

Roomservice fragment:

Laura Bohn: The Duchess of Argyll highlights

Thomas Adès door Thomas Adès: beter krijgt u het niet

Pianowerken van Thomas Adès: niet vanzelfsprekend maar zeer de moeite waard

Isabel Leonard geeft visitekaartje af in The Tempest van Thomas Adès