Grazyna_Bacewicz

Muziek in het Kamermuziekfestival als boodschapper van tijd en plaats.

Tekst: Neil van der Linden

De wereldpremière van het nieuwe stuk Emthini we Mbumba van de Zuid-Afrikaanse componist, beeldend kunstenaar en filosoof Neo Muyanga opende het derde concert, getiteld “Muziek als Boodschapper”, uit de serie Ritme van de wereld, een nieuwe serie binnen het Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht, waarin zoals het festival schrijft via muziek maatschappelijke thema’s worden verkend.

Neo Muyanga uit Soweto, Zuid-Afrika, was vorig jaar artist in residence in Utrecht. Emthini we Mbumba is geschreven voor drie zangeressen en strijkkwartet.  Compositorisch baseert Muyanga zich op structuren uit verschillende Zuid-Afrikaanse muziekculturen, gecombineerd met Europese klassieke stijlen en Amerikaanse jazz. In het Zuid-Afrikaanse openbare leven speelt zang een grote rol. Het is niet voor niets dat we in Europa tegenwoordig zoveel Zuid-Afrikaanse operazangers te zien krijgen. Sopraan Ashley Stapelfeldt is er één van. Zij heeft een Bachelor of Music in Kaapstad en een Master of Music van de Fontys akademie in Tilburg.

De Zuid-Afrikaanse muziek heeft een traditie van meerstemmig zangcultuur.  Ook door het grote publiek worden geregeld massaal meerstemmige liederen aangeheven, bijvoorbeeld het volkslied. Die stijl van meerstemmigheid zit ook in de zanglijnen in Neo Muyanga’s nieuwe stuk. Het was het uitdrukkelijke idee van de componist om het werk te laten uitvoeren door zangeressen met verschillende achtergronden en stijlen.

Naast de in de operatraditie opgeleide Ashley Stapelfeldt traden op de in het eigentijds klassieke gespecialiseerde mezzosopraan Isabel Pronk en jazz-zangeres Anna Serierse. Het stuk is zo geschreven dat de stemmen zich prachtig mengen. Maar tegelijkertijd werd de verschillende technieken en individuele timbres recht gedaan. Het begeleidende Karski strijkkwartet speelt over elkaar schuivende ritmische figuren die aan Afrikaanse instrumentale technieken zijn ontleend. Het format van strijkkwartet geeft het stuk ook een ‘klassiek Europees’ aspect.

In een inleiding las Ashley Stapelfeldt een tekst van Muyanga voor over onder meer de historische contacten tussen Nederland en Zuid-Afrika, die ook met kolonialisme en slavernij te maken hadden, maar ook over de democratie die er nu sinds dertig jaar bestaat en hoe die contacten ook een instrument voor samenwerking en het opheffen van onderlinge grenzen zijn.

Vervolgens zong Ashley Stapelfeldt met het Karski kwartet een bewerking van Richard Strauss’ Morgen. In het openingsstuk was haar stem harmonisch onderdeel van het ensemble, nu kon ze soleren en zong ze het lied uit 1898 van de nog jonge Strauss ingetogen maar stralend helder. Morgen was een lied van hoop, de Eerste Wereldoorlog moest nog komen terwijl Strauss de Tweede Wereldoorlog ook nog zou meemaken (en daarna zijn Vier Letzte Lieder zou schrijven, die soms in een soort cyclisch verband met Morgen worden uitgevoerd).

De Tweede Wereldoorlog speelde een rol in het volgende stuk, Grazyna Bacewicz’ Vierde Strijkkwartet, zo legde Kaja Nowak van het uit Polen afkomstige Karski strijkkwartet uit. Bacewicz’ stuk stamt uit 1951, een tijd waarin Polen, nog steeds in de naweeën van WOII, maar nu onder een steeds repressiever communistisch regime, een eigen identiteit zocht. Bacewicz gebruikte hiervoor elementen uit de Poolse volksmuziek, zij het ‘verstopter’ dan bijvoorbeeld Bartók had gedaan. Kaja Nowak trok een parallel met het Zuid-Afrika van nu, dat dertig jaar nadat het zich heeft bevrijd van oppressie een nieuwe identiteit heeft gevonden.

Het vierde strijkkwart is Bacewicz’ meest gespeelde kwartet en toch wordt het te weinig gespeeld, zo lieten de musici overtuigend horen. Dat te weinig gespeeld worden geldt overigens voor meer werken uit het haar hele oeuvre.

Het Karski Strijkkwartet speelt het eerste deel van het vierde strijkkwartet van Bacewicz:

Mezzosopraan Isabel Pronk zong vervolgens drie delen uit A Lock without a Key van Thomas Beijer. Het werk werd geschreven tijdens de lockdown in de Corona-tijd. Het stuk is een reflectie op een tijd waarin niet alleen ravages plaats vonden in de gezondheid, maar waarin  ook persoonlijke relaties tussen mensen onder externe druk kwamen te staan, zo lichtte Isabel Pronk toe.

A L:ock Without a Key, hier door Pynarell0o en Laetitia Gerarads:

Begeleid door het strijkkwartet sloot jazz-zangeres Anna Serierse af met I got rhythm van George Gershwin. In zekere zin maakte dit een cirkel rond. Gerswhin liet zich via de Amerikaanse jazz immers diepgaand beïnvloeden door Afrikaanse muziek. Serierse bracht met behulp van een virtuoos staaltje scat singing een eerbetoon aan bijvoorbeeld Ella Fitzgerald, die zich als Afro-Amerikaanse jazz-zangeres op haar beurt de muziek van Gershwin eigen had gemaakt.

Gershwin had trouwens ook Oost-Europese wortels. Hij kwam uit een gemengd Russisch-Oekraïense Joodse familie die wegens het toenemend antisemitisme naar de VS was uitgeweken. Men vestigde zich in Brooklyn en het is daar dat George en zijn broer Ira de Afro-Amerikaanse muziek leerden kennen.

Een veelzijdig programma. Jammer dat de solo-onderdelen van Ashley Stapelfeldt en met name Anna Serierse wat kort waren (zo kort dat ik geen eens een foto van Serierse’s optreden heb kunnen nemen).  Maar waarschijnlijk moest alweer plaats worden gemaakt voor het volgende onderdeel van het zeer uitgebreide festivalprogramma.

P.S:  Het Karski Kwartet is vernoemd naar een Poolse verzetsstrijder uit de Tweede Wereldoorlog Jan Karski.

“Emthini we Mbumba – Muziek als boodschapper”, in Ritme van de wereld, onderdeel van het Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht.
Gezien 30 dec 2024 Hertz Zaal Tivoli Vredenburg Utrecht

Openingsstatement geschreven door Neo Muyanga, voorgedragen door Ashley Stapelfeldt
Neo Muyanga Emthini we Mbumba (wereldpremière)
Karski Quartet, Ashley Stapelfeldt, Anna Serierse, Isabel Pronk

R. Strauss Vier Lieder: Morgen
Karski Quartet, Ashley Stapelfeldt

Bacewicz Strijkkwartet nr. 4
Karski Quartet

Beijer A Lock without a Key, deel I, III, IV
Karski Quartet, Isabel Pronk

Gershwin I got rhythm
Karski Quartet, Anna Serierse

Foto’s © Neil van der Linden

Deze Poolse vioolconcerten verdienen beter

bacewicz

Ik beschouw Grażyna Bacewicz (1909-1969) als één van de grootste hedendaagse componisten. Onvoorstelbaar eigenlijk dat zij nog steeds  zo weinig wordt uitgevoerd.

Joanna Kurkowicz speelt het derde deel, Vivace uit het eerste vioolconcert van Bacewicz:

Haar vioolconcerten ken ik in de uitvoering van Joanna Kurkowicz, en daar kan de mij onbekende Piotr Plawner niet aan tippen. Onder zijn handen klinkt het concert uit 1937, niet haar sterkste overigens, gewoon krasserig. Voornamelijk het laatste deel, Vivace moet het ontgelden.

Cinq pièces pour violon et petit orchestre uit 1930 van Alexandre Tansman gaat ten onder aan de te langzame tempi. Het klinkt best snel, weet ik, maar Plawner doet er echt minuten langer over dan alle andere violisten die ik ken.

De eerste twee delen van het concerto van Andrzej Panufnik uit 1971 klinken al veel beter, helaas wordt ook hier Vivace ontsierd door het krasserige. Ik kan er niet zo goed tegen.

Vioolconcerto van Panufnik, hier gespeeld doro Alexander Sikovetsky:

Maar wat de opname niettegenstaande meer dan aantrekkelijk maakt is het maar 9 minuten durende concert van Michał Spisak uit 1954. Die hoor ik hier voor het eerst en het smaakt naar meer! Of het aan het romantische idioom ligt weet ik niet, maar hier is de toon van Plawner veel warmer. Toch bekruipt mij het gevoel dat er meer uit te halen valt.

Dat ik er maar niet echt enthousiast over wil worden ligt in ieder geval noch aan de dirigent noch aan het orkest: Kammersymphonie Berlin onder leiding van Jürgen Bruns begeleidt uitstekend.

POLISH VIOLIN CONCERTOS
BACEWICZ, TANSMAN, SPISAK, PANUFNIK
Piotr Plawner (viool). Kammersymphonie Berlin olv Jürgen Bruns
Naxos 8573496 • 55’