Tekst: Neil van de Linden

© Neil van der Linden
Van een land in puin na de tweede wereldoorlog is Zuid-Korea opgeklommen tot de 14e op de ranglijst van rijkste economieën. Nederland staat 17e op die lijst.
En Nederland is na de VS de grootste importeur van Koreaanse kimchi, de oergezonde gefermenteerde kool. De boer mag dan volgens het volksgezegde niet eten wat hij/zij niet kent, maar de rest van Nederland is culinair blijkbaar minder xenofoob.
Toch heeft de Westerse muziekwereld zich decennialang afgevraagd of mensen uit Korea, Japan, Taiwan, Hong Kong en China ‘onze’ muziek wel konden begrijpen. Ook al riepen we tegelijkertijd dat die universeel is. Grote kwesties, waar ik nu verder niet te veel op in ga in het kader van deze recensie. Wat Korea betreft hoef je alleen maar te denken aan de al decennia ‘volwaardig’ geaccepteerde violist Kyung-wha Chung en haar broer de pianist en dirigent Myung-whun Chung.

En aan Sumi Jo, de sopraanvirtuoos die eind jaren tachtig doorbrak. Zij was protégée van Herbert von Karajan en werkte (o.a.) met Solti in Un Ballo in Maschera (live op dvd opgenomen) en zijn CD opname van Die Frau ohne Schatten; Eliot Gardiner en Bonynge.
Sumi Jo als Oscar in Un ballo in Maschera onder Solti:
Een tijd lang was ze dé Koningin van de Nacht,
“Der Holle Rache Kocht In Meinem Herzen”:
maar ze nam ook minder bekende Rossini opera’s op. En niet te vergeten Manon van Auber.
Sumi Jo in Manon van Auber:
Relatief laat in haar carrière in 2013 zong ze Adalgisa in een ‘authentieke’ opname van Norma, een lichte sopraan in plaats van de gebruikelijke mezzosopraan, tegenover Cecilia Bartoli als Norma en John Osborn als de ook relatief licht gehouden tenor-rol van Pollione.
Haar laatste CD met klassieke muziek, Scarlatti en Handel tot en met Nadia Boulanger, stamt uit 2021 en was met I Musici, het ensemble met een naam uit het verleden.
Sumi Jo is nu 61 en kijkt dus ook uit op een rijk verleden.

© Neil van der Linden
Ze trad nu aan met het Koreaans Nationaal Symfonie Orkest. Op het repertoire stonden Donizetti’s “Chacun le sait” uit La fille du régiment, “As spring approaches over a river” van de componist die als K.Lee in het programma vermeld stond, Bellini’s “Casta diva” uit Norma en als toegift een ‘Korean Song’.
https://www.facebook.com/watch/?v=498046314688648
Donizetti en Bellini zijn veeleisend en we moeten vaststellen dat Sumi Jo niet helemaal meer aan die eisen kan voldoen. De bovenste noten van het vereiste register komen er niet gemakkelijk meer uit en lager is er flink wat vibrato nodig. Toch imponeerde ze als persoonlijkheid en de noten die goed zaten, zaten ook goed. In de twee andere stukken had ze het gemakkelijker. Vergelijk die stukken met de manier waarop Chants d’Auvergne van Canteloube ook niet het uiterste aan belcanto virtuositeit vereisen maar wel persoonlijkheid.
Wie K. Lee is heb ik niet kunnen nagaan. Op het internet zijn verschillende Koreaanse componisten te vinden die aan de omschrijving zouden kunnen voldoen. Intikken van de titel van de compositie levert ook geen nadere informatie op. In elk geval was het een aangename musical of filmmuziek-achtige compositie.
Het concert werd gegeven ter gelegenheid van de National Foundation Day, de dag van de stichting van de natie, die teruggaat tot de vorming van de eerste Koreaanse staat Gojoseon in 2333 voor Christus. Er is nog een nationale dag, 15 augustus, de bevrijding van de Japanners in 1945 aan het eind van WOII. Korea moest toen nog de Korea-oorlog meemaken, van 1950 tot 1953, en het land is nog steeds in tweeën verdeeld. Het economisch succes waaraan ik refereerde gaat over Zuid-Korea.
Het is wel bijzonder dat Korea Nederland uitkoos om dit concert te laten uitvoeren. Het wordt over een paar dagen herhaald in Bratislava; Korea heeft een aantal fabrieken in Slowakije staan, onder meer van Samsung en Hyundai. En toch gingen wij als Nederland voor.
De zaal was niet uitverkocht, maar wel redelijk gevuld. Met een onder meer een talrijk Koreaans publiek. Als de arthouse bioscoop LAB111 weet het in Nederland wonende Koreaanse publiek ook de weg daarheen te vinden als er een Koreaans filmfestival is; en de Koreaanse arthouse cinema behoort overigens ook tot mijn favorieten. Sowieso onderscheidt Korea zich ook altijd bij beeldende kunst, foto- en design manifestaties.
Het programma werd via de programmatoelichtingen geafficheerd als Tchaikovski en Schumann concert. Tchaikovski omdat vóór Sumi Jo diens Rococo Variaties werden gespeeld, met de jonge cellist Jaemin Han als de soliste. In de ouverture uit Die Zauberflöte die hieraan nog voorafging was duidelijk dat het orkest fraai gedisciplineerd speelt. Welluidend, en de warme klank kwam in de Rococo Variaties nog duidelijker naar voren. Jaemin Hans cello kwam daarbij fraai geprononceerd naar voren. Wel waren orkest en solist wat aan de voorzichtige kant.

Jaemin Han | jaemin-han.com
Dat lag misschien ook aan de dirigent, die er vooral op uit leek alles strak te houden. Toen Jaemin Han een toegift gaf, een melodie van Tchaikovski uitgevoerd op cello solo, bleek dat hij qua emotie nog wel meer in huis had. Ik kan me ook voorstellen dat orkest en dirigent zich inhielden in de wetenschap dat de legende Sumi Jo even later misschien niet helemaal meer aan de verwachtingen van ooit zou voldoen.
Misschien sprak dat ook uit de ook wat keurige uitvoering van Schumanns vierde symfonie. Nogmaals, het orkest klinkt fraai maar je zou willen dat het de randjes van de partituur meer onderzocht. Men speelde de versie uit 1841 en niet de gereviseerde versie uit 1851. Clara Schumann gaf aan die laatste versie de voorkeur, maar Brahms gaf in 1891 de 1841 uit, tegen de zin van Clara.
Misschien is het mede daarom dat het orkest nog een toegift gaf in de vorm van de vijfde Hongaarse dans van Brahms, waarbij het orkest los kwam.
Bonus: Sumi Jo en Dmitri Hvorostovski live in St. Petersburg 2008:
Het Koreaanse Nationaal Symfonie Orkest, David Reiland dirigent, Sumi Jo sopraan, Jaemin Han cello
Gezien 3 oktober Concergebouw Amsterdam