Hoe bereik je divers en jong publiek? Het dilemma

Tekst: Neil van der Linden

Hoe krijg je een diverser publiek in de zaal? En hoe krijg je een diverser aanbod op het podium? Het gaat om het publiek van de toekomst, iets dat ook voor het conservatieve publiek dat vindt dat het nog steeds goed is, zorgen moet baren. Ook al zal het ‘onze tijd’ wel uitduren.

Dat waren twee leidende vragen tijdens een conferentie in het Concertgebouw, voorafgaande aan een optreden van het Chineke! Orchestra. Dit orkest, opgericht door contrabassiste Chinyere Adah Nwanoku is het eerste Europese ‘majority Black & Minority Ethnic’ orkest. Nwanoku was zelf één van de grondleggers en drie decennia lang eerste bassiste van het Orchestra of the Age of Enlightenment.

Eerst over de conferentie. Hierin kwam verder een reeks van zaaldirecteuren, Julia Philippens die in het Concertgebouw graag een orkestraal Duke Ellington-concert wil organiseren, Orville Breeveld, programmeur en adviseur bij het Concertgebouw en zelf ook musicus, Meervaart-directeur Yassin Bousaid die programmatisch samenwerkt met het Concertgebouw, auteur Stephan Sanders wiens boek over diversiteit werd aangeboden aan de Amsterdamse wethouder van cultuur en diversiteit Touria Meliani en een aantal diversiteitsexperts uit de cultuursector en het bedrijfsleven.

Een zaal als het Concertgebouw wordt als relatief hoogdrempelig ervaren. Toch bewijzen concerten als dat van Sami Yousef in het Holland Festival, onlangs Youssou N’Dour en manifestaties als de Souk waarin populaire en/of bijzondere musici optreden met een symfonieorkest en andere combinaties dat doelgroepen de zaal toch weten te vinden.

Tegelijkertijd zijn de meeste bekende zalen nou eenmaal ooit gebouwd voor het klassieke repertoire en er is niemand die de plaats van dat klassieke repertoire ter discussie stelt.

Overigens is er ook een probleem met diversiteit in leeftijd. In veel traditionele zalen in het land wordt het publiek gemiddeld steeds ouder, en dat geldt ook voor Muziekgebouw aan ’t IJ, BIM-huis en zelfs Paradiso en Melkweg, waar ook de gemiddelde leeftijd van het publiek stijgt, en dat is dan ook een ‘wit’ publiek. Diversiteit in de zaal krijgen kan voor zalen wel eens van overlevingsbelang worden worden de komende tijd.

Er komen onderhand meer met diversiteit in directie, programmeurs en bestuurders. Maar Astrid Elburg van het Rijksmuseum Muiderslot en adviseur op dit gebied constateert dat dit soms alleen maar tot cosmetische verandering leidt. Voor de praktijk is meer van belang wat er op het podium zichtbaar is.

Mede naar aanleiding van het concert waren in de discussie van deze middag componisten met een Afrikaanse komaf een gespreksonderwerp, zoals Samuel Coleridge-Taylor, William Grant Still en Florence Price. Deze componisten leefden al toen de naambordjes langs de wanden van het Concertgebouw werden verdeeld, maar ze waren toen hier te lande onbekend.

Er is wel geopperd de namen van een paar nu minder relevante componisten zoals Hiller en Hummel te vervangen door zulke namen. Zelf zou ik zeggen dat alle namen die er nu staan, van Bach tot Verhulst, een tijdsbeeld zijn. Er ontbreken wel meer namen. Bartók hangt er wel, maar Gershwin, Korngold en Prokofiev niet. Al zou een gebaar niet misstaan.

Ik heb wel eens bedacht dat je iets met een beeldende kunst-installatie kunt doen die via licht incidenteel allerlei namen projecteert waaraan we ook aandacht zouden willen besteden, zonder iets aan de historische bordjes te hoeven doen. Maar wat belangrijker is: zorg ervoor dat deze vaker te horen zijn. Julia Philippens vertelde hoe moeilijk het is om in het Concertgebouw een Duke Ellington manifestatie van de grond te krijgen, uit vrees dat er niet genoeg publiek komt, en dan gaat het over de grote Duke Ellington!

Feit is dat Samuel Coleridge-Taylor nauwelijks onderdoet voor Elgar, en dat vond Elgar zelf ook. William Grant Still doet niet echt onder voor Gershwin onder. Florence Price verdient evenveel aandacht als Clara Schumann, Dora Pejačević, Henriette Bosmans en Ethel Smyth, die er als vrouwen allemáál bekaaid af komen. Lily Boulanger, die zonder meer bij de top tien van haar tijd hoort, is ook onzichtbaar, qua naambordjes en op het podium. En ja, Florence Price was misschien in opvattingen over tonaliteit niet de vooruitstrevendste, maar haar gebruik van gospel-, blues- en jazz-elementen was dat wel.

Onlangs heb ik geschreven over de waarschijnlijk eerste componist van Afrikaanse komaf wiens werk in Europa in druk verscheen, Vicente Lusitano, uit begin zestiende eeuw. Hoewel hij in zijn tijd beroemd was, is hij toch grotendeels vergeten. Er zijn auteurs die dat in verband brengen met zijn mogelijk Afrikaanse afkomst. Al was het alleen maar omdat hij mogelijk vanwege zijn afkomst nooit een belangrijke aanstelling heeft gekregen. Het is allemaal niet zeker, maar in elk geval is het tijd om historische correcties uit te brengen. En zie, na een prachtige geheel aan Lusitano gewijde CD van het Marian Consort, die ik hier drie weken geleden besprak, brengt een vocaal ensemble van de Chineke!-organisatie binnenkort ook een Lusitano-CD uit, op Decca.

Het kan dus helpen als ook aan de uitvoerenden te zien dat bepaalde muziek er niet alleen is voor wit en grijs publiek. Het Chineke! orkest en twee leden van de succesvolle muziekfamilie Kanneh-Mason, cellist Sheku en pianiste Isatat,  wier carrière deels parallel liep met dit orkest was verbonden, zijn muzikale ambassadeurs bij nieuwe publieksgroepen.

Een fantastische pianist als onze eigen Nederlandse Aiden Mikdad zou een ambassadeur kunnen zijn voor het idee dat Skrjabin en Prokofiev spelen ook de normaalste zaak is voor iemand van twintig jaar oud met een half-Syrische komaf. En – ook al koos hij een heel ander soort muzikale loopbaan – was Wibi Soerjadi niet al eerder een Nederlands voorbeeld van het idee dat een klassiek musicus niet per se ‘wit’ is?

Het concert bestond uit werken van de Afro-Britse componist Samuel Coleridge-Taylor en twee Afro-Amerikaanse componisten, George Walker en Florence Price, en de negende symfonie van Dvořák.

De Ballade op 33 van Coleridge Taylor uit 1898 is een mooi georkestreerd stuk dat fris en energiek werd uitgevoerd. Het werk is geschreven op verzoek van een festival dat aanvankelijk Elgar had benaderd. Die had geen tijd en beval Coleridge-Taylor aan. ‘He still wants recognition, and he is far and away the cleverest fellow going amongst the young men,’ schreef Elgar.

Chineke! Orchestra – Samuel Coleridge-Taylor: Ballade for orchestra, Op.33

Lyrics van George Walker (1922-2018) was een fantastische verrassing. De oorspronkelijke versie stamt uit 1946, als tweede deel van een strijkkwartet genaamd Lament, toen de componist op het conservatorium zat. Het stuk zou mooi passen bij Verklärte Nacht.

Het pianoconcert van Florence Price beweegt zich van Brahmsig klassiek naar bluesy en jazzy. Jeneba Kanneh-Mason is de tweede pianist binnen de familie van vijf musicerende kinderen na haar zuster Isata, die bekend werd met haar fraaie Clara Schumann CD. Op eenzelfde manier voert Jeneba een pleidooi voor Florence Price. En haar verschijning is even indrukwekkend in elegantie als eenvoud.

Florence Price pianoconcert met East Sussex Youth Orchestra en Jeneba Kanneh-Mason, dezelfde soliste als in Amsterdam.

Waarom dan toch ook die negende van Dvořák? Het antwoord is niet zozeer dat hij de eerste symfonische componist was die Afro-Amerikaanse elementen in zijn muziek verwerkte. Tijdens eerder concerten in Amsterdam van dit orkest en het jongere Chineke! Junior Orchestra stonden vergelijkbare combinaties van muziek van componisten met Afrikaanse wortels en respectievelijk Tchaikovski’s vierde en Brahms’ tweede symfonie op het programma.

Terwijl orkestklank en samenspel in de eerste drie stukken niets te wensen overlieten leek het alsof men in dit overbekende werk eerste een beetje verlegen was. Maar in het vierde deel kwam het orkest helemaal los. Bij dit deel sloot een toegeeft in volle bezetting van opnieuw Coleridge perfect aan.

Chineke! Orchestra, Leslie Suganandarajah dirigent
Jeneba Kanneh-Mason piano

Coleridge-Taylor Ballade op 33

Walker Lyric for Strings

Price Piano concerto

Dvořák negende symfonie

Gezien 17 november in het Concertgebouw Amsterdam

Initiatief voor het debat: Orville Breeveld.

Foto’s: © Eduardus Lee en Neil van der Linden

Het orkest speelt hetzelfde programma in Eindhoven (21 nov) en Rotterdam (22 nov).


Florence Price eerste deel uit de eerste symfonie.

Het Junior orkest bij Britain’s Got Talent Chineke!

Een Zoom conferentie over Lusitano met bij 1:01:00 een uitvoering door Chineke! Voices van diens Regina Coeli.

Website van de oprichtster

3 comments

  1. De ballade van Samuel Coleridge-Taylor werd al op 7 en 8 december, 1918 door Het Concertgebouworkest uitgevoerd. Over diversiteit hadden we vroeger niets te klagen. Kennelijk zijn we alle jazz grootheden vergeten die vele malen in Het Concertgebouw zijn opgetreden. Als jongen van 12 ging ik voor het eerst alleen naar Het Concertgebouw. Het publiek was toen ook al oud en dat zal zo blijven. Het aanbod is in Nederland in vergelijking met het buitenland uiterst divers. Denk aan de A-serie van Het Concertgebouworkest, De Zaterdag Matinee en de programma’s van Het Muziekgebouw aan ’t IJ. Ook in andere steden dan Amsterdam probeert men de programmering wat avontuurlijker te maken. Ik vrees echter dat door de economische situatie de culturele instellingen op safe zullen gaan spelen om hun subsidies te behouden. In Het Verenigd Koninkrijk is de bezuinigingsdrift in de culturele sector al toegeslagen. The English National Opera en Britten Sinfonia om er maar een paar te noemen zijn hun subsidie nagenoeg kwijt. Bij het vorige optreden van het Chineke Orkest zat er een handjevol mensen in de zaal. Ik hoop dat dit nu niet het geval was.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s