Het klassieke Bijbelse verhaal over verraad uitgevoerd voor deze tijd


Tekst: Neil van der Linden



“Ach, hoeveel mensen, die ooit gelukkig waren in hun jeugd,
heeft jouw getreuzel langdurig lijden bezorgd.
En dat terwijl ze, – als ze vóór de komst van de ouderdom
verlost waren geweest van de wereld -,
dood veel gelukkiger waren geweest, bevrijd van de wankele
staat van angst en vrees waarin ze verkeerden.”

Het klonk door in de tekst van Kat’a Kabanova, afgelopen zaterdag uitgevoerd in de NTR ZaterdagMatinee, en het was één van de centrale gedichten waarop Orlande de Lassus’ zijn Lagrime di San Pietro baseerde, dat hij ernstig ziek en verzwakt, op zijn sterfbed componeerde.

Lagrime di San Pietro is één van de muzikale hoogtepunten van de late Renaissance. De mooiste opname is de nieuwste opname van Herreweghe op ARTE, maar de uitvoering van het Nederlands Kamerkoor doet daar niet voor onder. Ook het Kamerkoor bezette dit zevenstemmige polyfone werk enkelvoudig met één zanger per stem. Artistiek is dat mijns inziens een gouden greep gebleken, maar het was ook noodgedwongen. Deze productie dateert uit november 2020, uit de hoogtijdagen van de Corona, toen ook zingen risico’s inhield. Zangers moesten op voldoende afstand van elkaar en van publiek staan.

Artistiek leider Tido Visser en choreograaf Nanine Linning kwamen op het idee van de nood een deugd te maken en de zangers corona-proof binnen doorzichtige plastic zuilen te plaatsen. Die staan in een ruime halve cirkel opgesteld, waarbinnen de Oekraïense danser Alexandre Riabko ook zonder infectiegevaar zijn aandeel kon uitvoeren.

De tournee werd vervolgens helemaal afgelast en nu heeft men de productie hernomen. Naast de medische noodzaak bracht het isoleren van de zangers een theatrale laag aan die dramaturgisch nog steeds werkt.

Lagrime di San Pietro, naar een gedichtencyclus in het Italiaans van Luigi Tansillo (1510-1586), is gebaseerd op het verhaal over de apostel Petrus, volgens de Bijbel de trouwste volgeling en misschien wel beste vriend van Christus; die echter, zoals Christus voorspelde, in één van de aangrijpendste passages uit het Nieuwe Testament zou ontkennen ooit tot Christus’ volgelingen te hebben behoord op het moment dat Christus werd opgepakt wegens staatsgevaarlijke activiteiten.

Uit de nieuwe vertaling van Lucas 22:56: “Als Jezus gevangengenomen en weggevoerd is, vragen verschillende mensen aan Petrus of hij ook niet tot de volgelingen van die gevangene hoort: “Een dienstmeisje zag hem bij het vuur zitten, keek hem strak aan en zei: ‘Die man hoorde er ook bij!’ Maar hij ontkende het: ‘Ik ken hem niet eens!’ Even later merkte een ander hem op en zei: ‘Jij bent ook een van hen!’ Maar Petrus zei: ‘Welnee man, helemaal niet.’ En ongeveer een uur later zei nog iemand met grote stelligheid: ‘Ja zeker, die man was ook in zijn gezelschap, hij komt immers ook uit Galilea.’ Maar Petrus zei: ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’ En op datzelfde moment, terwijl hij nog sprak, kraaide er een haan.”

De tekst is een verslag in de derde persoon van een imaginaire tweespraak tussen Petrus en Christus en wat daarop volgde. Petrus heeft diep berouw, maar Christus berouwt het ook dat zijn vriend door hem in die situatie is beland, wat hem volgens de tekst misschien nog wel meer bedroeft dan de wetenschap dat hij kort daarop ter dood zal worden gebracht. Het is een verhaal over innige vriendschap.

Lassus (Bergen Henegouwen 1530 – München 1594) schreef dit werk in opdracht van de paus, op zijn sterfbed, en hij heeft het zelf nooit kunnen horen. In dramatische en muzikale expressie behoort het tot de eenzaamste van alle eenzame muziek (zoals verder Frauenliebe und -Leben, de hele Boris Godounov, Elisabeth en Wolfram in Tannhäuser-derde acte en Violetta’s sterfscène).

In de enscenering door Tido Visser en Nanine Linning hebben de zangers elk pijen aan, in één simpele felle kleur, als apostelen en vrouwen uit Christus’ entourage op een Michelangelo-fresco of een Caravaggio-schilderij.

Danser Alexandre Riabko komt als contrast op in een grauwgrijze pij, de kleur van rouw en boete. Hij probeert dicht bij de personages binnen de zuilen te komen, maar de doorzichtige wand blijft dat telkens verhinderen. Er ontvouwt zich een prachtige Pieta à la Michelangelo en ook in andere momenten waarop hij de afzonderlijke zangers benadert doemen beelden uit de Renaissance en Barokke beeldhouw- en schilderkunst op. Uiteindelijk blijft hij geheel naakt over om vervolgens ondersteboven te eindigen in een zuil die al die tijd leeg was gebleven.

Men zou zich kunnen voorstellen dat de danser Petrus verbeeldt, die genade zoekt in de wereld om hem heen, en telkens tegen als tegen een muur oploopt, ondanks welwillende pogingen tot begrip van die wereld. Soms is het ook alsof de danser met zijn wit beschenen bleke lichaam zelf de stervende Jezus is, wat culmineert in dat slotbeeld. Dat de danser in de slotscène ondersteboven eindigt verwijst ook naar Petrus, die volgens de overlevering naar Rome reisde en daar door de Romeinen werd gekruisigd; hij zou daarbij volgens eigen verzoek ondersteboven zijn opgehangen, omdat hij zich niet waardig vond op dezelfde manier als Christus te sterven.

Zoals gezegd moest de tournee eind 2020 worden afgebroken maar gelukkig kon die nu worden hernomen. En wat was het een goed idee om de enkelvoudige bezetting, het afgedwongen isolement als gevolg van de plastic zuilen en de uit noodzaak geboren choreografische inperkingen te handhaven. Als monument voor een tijd waarop we allen op onszelf waren aangewezen.

En inmiddels was er een dubbele urgentie ontstaan. Danser Alexandre Riabko is geboren in Oekraïne, waardoor dit werk over verraad extra actualiteit krijgt. Op de publiciteitsfoto’s voor de eerste tournee heeft hij uitbundig blond-gebleekt haar, nu is het donkerbruin/grijs. Er was alle aanleiding om de soberheid en somberheid nog verder te laten toenemen.

Het Kamerkoor stond onder leiding van chefdirigent Peter Dijkstra. Hij leidde in een Rembrandtiaanse bleek-witte belichting het ensemble vanuit de donkerte van de zaal. Ook die opstelling was misschien indertijd noodzakelijk in verband met de Corona-regels, maar accentueerde nu ook weer de eenzaamheid waarover Lassus’ werk en deze enscenering gaan.

Als comic relief waren via videoclips delen uit Ligeti’s Nonsense Madrigals tussen gevoegd. Ook uitstekend uitgevoerd en interessant om er een twintigste-eeuwse noot aan toe te voegen. Aan de dramatiek voegden ze evenwel niet zoveel toe. Comic relief dus.

Zoals ik al zei: de mooiste bestaande opname is de nieuwste ARTE-registratie onder Philippe Herreweghe, net als bij het Nederlands Kamer Koor uitgevoerd in enkelvoudige bezetting per stem, waarin de kleuren en de individuele expressie per zanger prachtig tot uitkomt.

De saaiste is de eerste opname onder Herreweghe. In de vergelijking wordt duidelijk hoeveel enkelvoudige bezetting per zangstem kan toevoegen, in plaats van meervoudige, wat het palet homogener maakt maar waaruit de kleuring dan verdwijnt.

Maar waarschijnlijk telt ook dat de zangers en Herreweghe zelf in de ARTE-opname sadder and wiser overkomen, wat deze muziek ten goede komt. Aan deze twee uitvoeringen kun je ook horen hoe de uitvoeringspraktijk van de ‘oude’ muziek is geëvolueerd.

Deze van Gallicantus (genoemd naar het kraaien van de haan dat zo’n grote rol speelt in het verhaal?) is ook fraai, een beetje ruig gezongen.

Die met toegevoegde instrumenten door het Huelgas Ensemble is eveneens van belang

In een eerdere formatie zong het Nederlands Kamerkoor deze versie met instrumentalisten van het Huelgas Ensemble onder leiding van Paul van Nevel tegen het vallen van de avondlijke duisternis in de Oude Kerk in Amsterdam tijdens het Holland Festival van 1994.

Recensie van Peter van der Lint:
https://www.trouw.nl/nieuws/lassus-zwanezang-klinkt-wonderschoon-muziek~bde05b07/

Hopelijk neemt het Nederlands Kamerkoor deze nieuwe versie ook op.

Voor wie wil smachten bij de prachtige Nederlandse vertaling
http://cappellagabrieli.nl/vertaling/lassus-lagrime-di-san-pietro.html

Orlando di Lasso Lagrime di San Pietro
György Ligeti delen uit Nonsense Madrigals
Nederlands Kamerkoori.s.m Dance Company Nanine Linning
Peter Dijkstra chef-dirigent
Alexandre Riabko dans
Tido Visser co-regie en concept
Nanine Linning co-regie en choreografie
Fotografie Sjoerd Derine

Gezien 26 maart Musis Arnhem.

Tournee informatie
https://www.nederlandskamerkoor.nl/concertenreeks/tranen-van-petrus/
Laatste voorstelling 10 april Carré Amsterdam

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s