
Een dybbuk is, volgens de kabbala, een ziel van een gestorvene die bezit neemt van het lichaam van een levende. In het verhaal Tzvischen Zvei welten van Salomon An-ski beloven twee beste vrienden Nisan en Sender elkaar dat hun nog ongeboren kinderen met elkaar zullen trouwen. Na jaren en allerlei verwikkelingen verder is de belofte allang vergeten. En als Lea, de dochter van Sender en Chanan, de zoon van Nisan verliefd op elkaar worden gaat het mis: Sender is schatrijk en de verweesde Chanan is straatarm.
Zodra Chanan hoort dat Lea met een rijke man gaat trouwen gaat hij Satan om hulp vragen. Het gaat hem zijn leven kosten maar hij keert terug als een dybbuk en neemt zijn ziel het bezit van het lichaam van zijn geliefde Lea.
Sender haalt een rabbijn erbij, die door middel van bezweringen de dybbuk haar lichaam dwingt te verlaten, met voor haar desastreuze gevolgen.

Toen Waszynski het verhaal in 1937 verfilmde kon hij het niet eens vermoeden dat hij hiermee geschiedenis zou schrijven. Niet alleen bestaat de wereld van An-ski niet meer, ook de wereld van Waszynski is na 1945 nooit meer dezelfde geworden.
Kazimierz Dolny, waar het verhaal grotendeels werd opgenomen, is tot een openluchtmuseum verworden en het lot van Poolse Joden, waaronder wellicht de grootste voorzanger aller tijden, Gershon Sirota, wiens optredens wij in de film mogen meemaken, is algemeen bekend.

Deze film van Michał Waszyński uit 1937 wordt beschouwd als de beste Jiddische film in de geschiedenis van de cinema.