
De opera’s van Ermanno Wolf-Ferrari (1876-1948) worden nog maar zelden gespeeld. Naar de oorzaak ervan hoeven wij niet eens te gissen. Dat het niet aan de kwaliteit ligt bewijst de, in 2001 op Koch Schwann uitgekomen opname van Sly ovvero La leggenda del dormiente risvegliato (Sly of de legende van de ontwaakte slaper).
Het tragikomische verhaal vertelt van een arme dichter die, stomdronken naar het paleis van Conte di Westmoreland wordt gebracht om daar voor gek te worden gehouden. Hij wordt verkleed in dure kleren en zodra hij bijkomt wordt hij wijsgemaakt dat hij de graaf is en dat hij net hersteld is van een langdurige ziekte. Dolly, de minnares van de graaf doet zich voor als zijn echtgenote maar wordt gaandeweg daadwerkelijk verliefd op hem.
“No, io non sono un buffone” (Nee, ik ben geen nar) zingt hij aan het eind en snijdt zijn polsen door met een gebroken fles. Zijn geliefde Dolly komt, net als Charlotte in Werther, te laat. De muziek houdt het midden tussen opera buffa, surrealisme en voornamelijk verisme, al moet men ook de wagneriaanse invloeden niet vergeten.
Er bestond al een opname van de opera in het Duits (Accanta) met Deborah Polaski en naar het Italiaanse origineel werd met spanning uitgekeken. Deze registratie is live opgenomen in Barcelona. De hoofdrol wordt gezongen door José Carreras, die hiermee zijn dertigste jubileum vierde. Hij zingt een zeer ontroerende Sly. Zijn stem klinkt zeer breekbaar en zijn vertolking laat je in tranen achter.

Sherill Milnes bewijst nog eens zijn reputatie als de vertolker van schurkenrollen, doch de erepalm gaat naar de Zaïrese sopraan Isabelle Kabatu. Haar stem doet een beetje aan die van Leontyne Price denken: fluweelzacht en lichtelijk omfloerst.
Wolf-Ferrari
Sly
José Carreras, Isabelle Kabatu, Sherill Milnes
Koor en orkest van het Gran Teatre del Liceu olv David Giménes
Koch Schwann 3-6449-2