Léonore ou l’amour conjugal op dvd uitgebracht door Naxos
Tekst: Peter Franken
Pierre Gaveaux (1761-1825) schreef in de periode die volgde op La Terreur de opera Léonore op een libretto van Jean-Nicolas Bouilly (1763-1842). Het werk is vandaag de dag vrijwel vergeten maar de titel komt elke operaliefhebber natuurlijk direct bekend voor. Beethoven baseerde zijn Fidelio op dit werk en de overeenkomsten zijn treffend.
Léonore ging in 1798 in première en werd goed ontvangen. Het verhaal over machtsmisbruik door een meedogenloze heerser en de moed van een vrouw die haar eigen leven in de waagschaal stelt om haar man van een zekere dood te redden, sprak veel mensen aan. Natuurlijk wordt de indruk gewekt dat de kritiek is gericht op het ‘Ancien Régime’ maar de uitwassen van Robespierre en consorten lagen nog te vers in ieders geheugen om de handeling daarvan los te kunnen zien.
Gaveaux was behalve componist ook zanger. Zo zong hij de rol van Iason bij de première van Cherubini’s Médée in 1797 en natuurlijk de rol van Florestan in zijn eigen Léonore. Het muzikale idioom van dit werk doet enigszins denken aan dat van Cherubini en Spontini, de vlaggendragers van de Frans postrevolutionaire stijl, en daar was Gaveau natuurlijk zeer mee vertrouwd geraakt. Dit is met name het geval voor de hoofdrollen Florestan en Fidelio en het koor van de gevangenen. De wat meer karikaturale karakters Marceline, Jacquino, Roc en Pizare leunen nog sterk op de typologie van de oude tijden. Vrij simpele gezongen mededelingen met veel herhalingen, duidelijk een licht komisch effect beogend.
De Naxos opname betreft een voorstelling van de Opera Lafayette uit 2017. Dit is een Amerikaans gezelschap dat gespecialiseerd is in het Franse repertoire en speelt op periode instrumenten. Op ad hoc basis worden solisten aangetrokken, de vaste kern wordt gevormd door het orkest. De enscenering is sober maar doeltreffend. Een stel grote kozijnen die kunnen draaien in een raamwerk, kleinere zetstukken, goed gekozen rekwisieten en een effectieve belichting roepen achtereenvolgens het huis van Roc en zijn dochter Marceline en de kerker van Florestan op. Er tussenin vult het achtkoppige gevangenenkoor nog zes minuten het toneel.
Sopraan Pascale Beaudin zet een alleraardigste Marceline neer. Wat ze te zingen heeft is niet erg verheffend maar met leuk acteerwerk weet ze er wel een aardig onderonsje met Jacquino van te maken. Haar personage is op zijn best in de relatie met Fidelio, met hem trouwen is haar doel en Beaudin zat alles op alles om iedereen te overtuigen van de oprechtheid van dat voornemen. Tenor Keven Geddes hobbelt er wat achteraan als Jacquino, aardig gezongen en natuurlijk goed voor een vleugje tragikomedie.
De bas Tomislav Lavoie als Roc en zijn chef de bariton Dominique Côté als Pizare zijn weinig opvallend, adequate casting. Mooi werk van het gevangenenkoor, je hoort er onwillekeurig Beethovens versie door heen.
Sopraan Kimy Mc Laren als Léonore a.k.a. Fidelio weet volledig te overtuigen. Haar partij zit volledig in de nieuwe stijl die tegen de eeuwwisseling in ontwikkeling was gekomen en dat maakt haar personage ook muzikaal erg interessant. Hetzelfde valt te zeggen over de Florestan van tenor Jean Michel Richer als vind ik zijn partij wel wat pathetisch klinken. Een aspect overigens dat me ook in Beethovens versie nogal stoort. Tegen het einde maakt Dom Fernand nog even zijn opwachting in de persoon van bas bariton Alexandre Sylvestre. Ik noem hem voor de volledigheid, hij zorgt voor het eind goed al goed aspect.
Ryan Brown heeft de muzikale leiding en heeft daarbij veel aandacht voor de individuele solisten in zijn orkest. Brown laat het geheel goed verzorgd klinken al moet ik stellen dat er in de ouverture en de eerste akte voor hen niet zoveel eer valt te behalen. Pas in de tweede akte als we afdalen in de kerker mag het orkest een eigen stem laten klinken, heel omineus natuurlijk.
De opera duurt ongeveer 80 minuten en is een must voor iedereen die nu eens wil weten waar Beethoven zijn idee vandaan heeft gehaald. Dit is de enige echte voorloper van zijn Fidelio.
Nou, ‘enige’ echte voorloper. Er was ook de Leonora van Paër (bestaat ook een opname van!) waarvan Beethoven een kopie van de partituur bezat… De tenor (Julius Radichi) zong trouwens zowel de Paër-Florestan en creëerde hetzelfde personage in de première van de “definitieve” Beethovenversie van 1814… (Aldus Opéra magazine)
Ook Mayr schreef een Leonore van verhaal wel meer afwijkend van het origineel…
Een beetje raar dat U (Basia) wel de reactie op mijn commentaar “liked” maar niet mijn commentaar zelf. Ik mag hopen dat dat niet is omdat ik U daar lichtjes in tegenspreek… 😦
dat is weer een grote surprise, nooit van deze componist gehoord, en ook de zangers komen mij niet direkt bekend voor. ga ik zeker beluisteren.
LikeGeliked door 1 persoon
Nou, ‘enige’ echte voorloper. Er was ook de Leonora van Paër (bestaat ook een opname van!) waarvan Beethoven een kopie van de partituur bezat… De tenor (Julius Radichi) zong trouwens zowel de Paër-Florestan en creëerde hetzelfde personage in de première van de “definitieve” Beethovenversie van 1814… (Aldus Opéra magazine)
Ook Mayr schreef een Leonore van verhaal wel meer afwijkend van het origineel…
LikeGeliked door 1 persoon
Dat Beethoven Paërs Leonora kende is goed te horen!
LikeLike
En van die laatste bestaat ook een opname (op NAXOS)…
LikeLike
Die van Paer is fantastisch. mooie muziek pracct opname meto.a John van Kesteren en Edita Gruberova,
LikeGeliked door 1 persoon
Een beetje raar dat U (Basia) wel de reactie op mijn commentaar “liked” maar niet mijn commentaar zelf. Ik mag hopen dat dat niet is omdat ik U daar lichtjes in tegenspreek… 😦
LikeGeliked door 1 persoon
Beste Stefan, het is je wellicht ontgaan maar de recensie is niet door mij geschreven.
Nu heb ik alles geliket 🙂
LikeLike
Flink zo! 😉
LikeLike