Ooit heb ik geschreven dat ik naar de tijd verlang toen elke nieuwe opname van een symfonie van Mahler een feest was. Tegenwoordig gaat er geen dag voorbij zonder dat ergens zijn muziek wordt uitgevoerd, tot in de diepste provincies toe.
Nu is Kopenhagen geen provinciestad en het Deens Nationaal Orkest heeft meer noten op zijn zang dan zijn collega’s in andere Europese landen, maar …. Maar moeten ook de Denen hun eigen ‘Mahler-cyclus’ hebben? Tellen ze anders niet mee?
Mahlers negende symfonie behoort tot zijn meest vooruitstrevende werken.
Tijdens het componeren was hij al doodziek en zijn angst voor (en het uiteindelijke aanvaarden van) de dood kunnen alleen de grootste dirigenten en de beste orkesten overbrengen. En dat lukt Schønwandt gewoon niet. Zijn interpretatie laat mij koud.
Alle delen van de symfonie speelt hij ruim twee minuten sneller dan Bernstein.
Behalve de wrange ‘Rondo Burlesque’, daar is hij opeens veel langzamer, waardoor het wrange te uitgesponnen raakt. Dat hij maar liefst vijf minuten sneller door het Adagio raast, dat kan ik hem niet vergeven, want waar blijft dan het ‘sehr langsam und noch zerückhaltend’?
Een van mijn collegae prees de uitvoering de hemel in: het was zo ‘kamermuzikaal’! Mocht u uw Mahler op kamermuziekformaat hebben dan is Schønwandt uw man.
“Kamermuzikaal” heeft ook met de opname te maken, die solisten en bepaalde passages (fagot, harp!) er soms net even uitlicht. Maar idd, geen aangrijpende, wel een doorzichtige Mahler 9.
LikeLike