Simon_Vestdijk

SIMON VESTDIJK : CONCERTEN TE DOORN

Tekst: Ger Leppers

Al zo’n vijfenvijftig en een half jaar ben ik verslaafd aan het werk van Vestdijk. Inmiddels heb ik een kleine vier meter boeken van en over hem in de kast staan. Dankzij dit uitgaafje van de Haagse uitgeverij Statenhofpers zijn daar onlangs drie nu al dierbare millimeters bij gekomen.

De Statenhofpers besloot namelijk kort geleden om, in een bescheiden oplage van 100 exemplaren, een mooi verzorgd bibliofiel boekje te maken met de recensies die Vestdijk, in de marge van zijn oeuvre, kort na de oorlog voor de lokale pers schreef over kamermuziek-concerten in zijn woonplaats Doorn..

Vestdijk behoort tot de Nederlandse schrijvers in wier bestaan de klassieke muziek een grote rol speelde. Tijdens zijn leven publiceerde hij tien bundels met eigenzinnige muziekessays. Boeken waarover naar verluidt de destijds dienstdoende musicologen wat ongemakkelijk-lacherig deden, maar die met het verstrijken der jaren niettemin steeds meer gezag verwierven.

Enkele jaren geleden verscheen, min of meer als toemaatje bij Vestdijks musicologisch oeuvre bij de Baarnse uitgeverij Prominent Vestdijks briefwisseling met de muziekliefhebbende dichter Jozef Eijckmans, waarin beide scribenten uit de losse pols de merites en tekortkomingen bediscussiëerden van verschillende componisten.

En nu beschikken we dan, als tweede bijvangst bij dat officiële musicologische oeuvre, over een integrale uitgave van de acht recensies die, voor zover ik kan nagaan, de allereerste muziekpublicaties van Vestdijk vormen. Bovendien verschijnen die teksten nu voor het eerst in hun integrale vorm, want Vestdijks – toch niet erg lange-  artikelen werden op de redactie van ‘De Doornse Courant’ en ‘De Stichtse Courant’ nogal gekortwiekt. Was de naoorlogse papierschaarste debet aan die bekortingen? Dat is natuurlijk goed mogelijk.

De concerten werden in de zomer van 1945 en de daaropvolgende winter georganiseerd door Herman Passchier, een Doornse onderwijzer en musicus, die steeds de pianopartij voor zijn rekening nam. Verder werd voor de concerten een beroep gedaan op onder meer verschillende zangers en violisten, een fluitist en een cellist.

De programma’s waren zeer gevarieerd, met naast werk van vertrouwde componisten als Schubert, Haydn, Chopin, Brahms, Grieg en Schumann, ook wat minder courante waar van Veracini, Pergolesi, Loeillet, Rameau, Kodaly, en, in een nog avontuurlijker geest, composities als een sonate van Jean Huré. Er werden zelfs twee reien van Vondel voorgedragen, en éen van de programma’s vermeldde de Nederlandse première van een sonate van de 18e eeuwse Italiaanse componist Giovanni Pescetti – een werk dat Vestdijk, die doorgaans een sterke voorkeur had voor het romantische repertoire, opmerkelijk genoeg buitengewoon beviel.

Vestdijks besprekingen zijn, zoals we dat van hem gewend waren, steeds genuanceerd en welwillend zonder oppervlakkig te worden, met die kenmerkende, vintage Vestdijk-zinnen waar wij, liefhebbers van zijn oeuvre, steeds weer van smullen, zoals deze, over twee violisten: “[Sytze] Wijma speelt puntiger en geserreerder dan [Han] Exel met zijn weeke, romantische streek, hetgeen, voor het samenspel misschien een nadeel, als contrast tot boeiende momenten aanleiding gaf.”

Deze uitgave is, vergeleken met de rest van het oeuvre van Vestdijk, natuurlijk niet meer dan een aardigheidje uit de archiefdozen. Maar het is met veel liefde uitgegeven, en door Peter van Schijndel voorbeeldig ingeleid. Bij het lichtvoetige karakter van het boekje past het dat de uitgever het werkje heeft voorzien van een enigszins baldadig buikbandje met de tekst ‘Nieuw werk van de winnaar van de P.C. Hooftprijs 1954’. In 1964 werd namelijk verwacht dat Vestdijk de Nobelprijs zou winnen, en de Bezige Bij had zijn nieuwe roman, ‘Juffrouw Lot’ alvast voorzien van een bandje met de tekst ‘Nieuw werk van de winnaar van de Nobelprijs 1964’. Die prijs, die Vestdijk, als wasechte literator, zoveel meer verdiende dan, bijvoorbeeld, een zekere verongelijkte Amerikaanse neuzelaar van slappe protestdeuntjes, heeft hij niet ontvangen. Maar hoe goed hij schreef, dat valt zelfs in een marginaal boekje als dit gemakkelijk te constateren.

Simon Vestdijk: Concerten te Doorn. Bezorgd en van een voorwoord voorzien door Peter van Schijndel, met een portret van de auteur door Karel Kindermans. Statenhofpers, ’s Gravenhage. 46 blz.  19,50 euro