Rembrandt_Frerichs

Perzisch-Rembrandteske extase in een kerk.

Tekst: Neil van der Linden

Het Rembrandt Frerich Trio is tegenwoordig ook gemeengoed op RadioIV/NPOKlassiek, met muziek die in principe onder de jazz wordt gerekend, maar die veel raakvlakken heeft met ‘klassieke’ muziek. Die raakvlakken ontstaan onder meer doordat klavierspeler Rembrandt Frerichs zich naast piano ook van allerlei fortepiano’s, kerkorgel en harmonium bedient, bassist Tony Overwater naast de contrabas ook een kopie van een violone uit 1530 bespeelt en percussionist Vinsent Planjer ook veel onconventionele geluiden aan allerlei soorten slagwerk onttrekt.

Het trio heeft in recent jaren vele gedaanten aangenomen door samenwerkingen met verschillende musici uit andere windstreken. Men werkte samen met de Iraanse kemenche speler Kayhan Kalhor, waarmee ze ook al in de Londense Barbican centre stonden, en onlangs naast Kayhan Kalhor ook met de Turkse saz-speler Erdal Erzinçan. Ze werkten ook met de nu in de VS gevestigde Iraanse zangeres Mahsa Vahdat, onder meer ook met het Alma kwartet. En sinds enige tijd ook met de tegenwoordig deels in Nederland gevestigde Iraanse zanger Mohammad Motamedi.

Met Mohammad Motamedi heeft het trio een CD opgenomen, Intizar, een woord dat uit het Arabisch in het Perzisch is terechtgekomen en zoiets als wachten maar ook verwachting en verlangen betekent. Die CD werd in Coronatijd opgenomen in hetzelfde Orgelpark (een voormalige kerk), bij het Amsterdamse Vondelpark, waar gisteravond de Amsterdamse doop van de CD plaats had, nu met een volle zaal.

Intizar op Spotify. Op de CD doen ook Maarten Ornstein, Maya Fridman en Myrthe Helder mee:

De CD werd officieel uitgereikt aan (Channel records-oprichter) Jared Sachs, die opnametechniek op voorbeeldige wijze had verzorgd en de CD uitbrengt op zijn andere label Just Listen Records (waaronder een versie in 5 Channel Surround Sound DSD-formaat, voor super hi-end geluid). Tussen alle orgels (Rembrandt Frerichs bespeelde tijdens het concert het oorspronkelijke kerkorgel en een barok-kistorgel) moeten Rembrandt’s eigen Walter fortepiano (kopie van een instrument uit 1790 dat door Mozart is bespeeld) en een door pianorestaurateur Frits Janmaat uitgeleende Erard grand uit 1890 zich ook thuis hebben gevoeld.

De akoestiek van het Orgelpark is fenomenaal, hoewel we het na afloop met geluidsverslaafde Jared Sachs eens waren dat er voor deze gelegenheid misschien een paar geluiddempende gordijnen hadden kunnen worden opgehangen, omdat bij de al te geëxalteerde passages als alle instrumenten samenkomen het geluid wat kon samenklonteren. Maar wat een enorme hoeveelheid klanknuances produceerde het ensemble met al die instrumenten en manieren van bespelen. De oude Walter komt vaak al dicht bij het geluid van de Perzische santour, en af en toe versterkte Rembrandt dat effect door een stukje karton of hout tegen de snaren te houden. De bas en de violone werden geplukt en gestreken. En ook vanuit het slagwerk klonk van alles op.

I

Inspelen in het Orgelpark

Dit alles paste fraai bij de spinto-stem van Mohammad Motamedi. Ik had hem achttien of negentien jaar geleden al gespot, toen ik of samen met het Yuri Honing Trio of met met pianist Marcel Worms, deelnam aan het Fajr muziekfestival in Teheran. (Dat was in de jaren van de relatief ‘liberale’ president Khatami, toen de situatie in Iran leek te verbeteren. Sindsdien is er een verschrikkelijke terugslag in gang gezet, dus met dat soort uitwisselingen ben ik gekapt.) Motamedi zong toen met zijn conservatoriumklas, maar knalde er toen al uit. Sindsdien behoort hij tot de topzangers van de ‘klassieke’ Iraanse tahrir-zangstijl. Dat is een improvisatie-stijl waarin een solist binnen lange suites veel vrijheid (tahrir in het Perzisch, uit het Arabisch) krijgt om om elkaar heen buitelende melisma’s te maken, vaak op forte volume, in de hogere registers, een heel knappe vorm van jodelen, maar nog beter vergelijkbaar met de Verdiaanse spinto-tenor. Er zijn er maar een paar die dat echt heel goed kunnen en Motamedi is er één van.

De stukken zijn grotendeels eigen composities van zanger en trio, gebaseerd op klassieke Iraanse muzikale vormen, met daarnaast een aantal bestaande liederen in eigen bewerking, liederen die Motammedi hoorde toen hij jong was. De teksten zijn afkomstig van twee vrijdenkers van de klassieke Iraanse poëzie, Hafez en Omar Khayyam, naast bijvoorbeeld een modern pacifistisch gedicht, Az Khoune Javanan van Araf Azvini, over een soldaat die wordt geconfronteerd met de dood van een kameraad; de combinatie van Motamedi’s stem en het originele orgel van de kerk klonk hier huiveringwekkend. Als één na laatste, voorafgaand aan een wat feestelijker toegift, klonk het lange gedragen, ‘In the Middle of the Garden’, op de CD ook het langste stuk, waarin het hele ensemble ‘vol op het orgel’ ging (ook al was het wat Rembrandt betreft in dit geval de Walter/santour-pianoforte), als een eigentijdse versie van de perfecte Iraanse klassieke suite, waarin Motamedi’s vocale guirlandes, een drive ergens tussen Bitches Brew en de Grateful Dead en alle mogelijke klankkleuren van de instrumenten telkens kolkend samenvloeien in een vanzelfsprekend geheel.

Gezien 12 oktober in het Orgelpark, Amsterdam

Rembrandt Frerichs Trio with Mohammad Motamedi محمد معتمدی Musica Sacra Maastricht: