Nicola_Ulivieri

Bellini’s Bianca e Fernando door Dynamic voor het eerst op Bluray uitgebracht

Tekst: Peter Franken

In het theater Carlo Felice Genova ging in het najaar van 2021 een nieuwe productie van Bellini’s tweede opera, oorspronkelijk Bianca en Gernando geheten.

Set design for act 1, sc. 1 ((Alessandro Sanquirico, 1828)

Bij gelegenheid van de opening van het nieuwe operatheater Carlo Felice in 1828 werd de jonge Bellini de eer gegund een opera te leveren. Na het succes van Il Pirata in Milaan het jaar daarvoor was Bellini een rijzende ster en sowieso wilde men in Genua niet achterblijven bij Milaan waar het ging om nieuwe ‘ontdekkingen’.

Lo spartito autografo di Bellini dell’opera «Bianca e Fernando» ritrovato all’Istituto mazziniano di Genova – Museo del Risorgimento di Genova

Niettemin kwam men er toch een beetje bekaaid vanaf. Bellini nam niet de moeite een compleet nieuw werk te schrijven maar gebruikte de opera die hij kort voor Il Pirata had gecomponeerd: Bianca en Gernando op een libretto van Domenico Gillardoni. Dit werk was met veel succes in San Carlo te Napels opgevoerd. Op tekst van Felice Romani, de librettist van Il Pirata, voegde Bellini een aantal passages toe, liet een groot ballet weg en ziedaar: een nieuwe opera ook al scheelde het in de titel maar één letter.

Het succes in Genua was er niet minder om al werd het werk al spoedig overschaduwd door Bellini’s latere opera’s. Het zelfde lot was Il Pirata overigens beschoren. Tot op heden is daarvan geen enkele opname op dvd of Bluray uitgebracht. En dat terwijl Bellini’s eersteling Adelson e Salvini door toedoen van Teatro Pergolesi di Jesi die eer al in 2017 te beurt was gevallen.

De verhaallijn van Bianca e Fernando heeft veel gemeen met die van Il Pirata: een dood gewaande erfgenaam komt aan land met een klein legertje, wint het vertrouwen van een usurpator en weet hem te verdrijven. Er doorheen loopt de ingénue die vooral een vocaal aandeel in het geheel heeft. In dit geval is dat Bianca, dochter van de eveneens dood gewaande hertog Carlo van Agrigento en zuster van haar op wraak beluste broer Fernando die Bianca van verraad beschuldigt omdat ze het heeft aangelegd met Filippo die haar moest beschermen tegen haar vijanden die overal op de loer liggen. Een vrouw alleen op de hertogelijke troon is immers kwetsbaar.

Wat Bianca niet weet is dat haar vader nog leeft en door Filippo al die tijd onder erbarmelijke omstandigheden gevangen wordt gehouden. Nu die nieuwkomer Adolfo hem heeft verzekerd dat Fernando dood is, durft Filippo het aan Carlo te vermoorden. Degene die wraak zou kunnen nemen is overleden, niet wetend dat hij dit geheim zojuist heeft gedeeld met niemand minder dan Fernando. Na de nodige verwikkelingen zegeviert het recht en kan Filippo de afrekening tegemoet zien in een kerker.

Hugo de Ana voert de regie en heeft tevens een werkelijk schitterend decor ontworpen. Ook de zeer stemmige kostuums zijn van zijn hand. Een en ander vond plaats midden in de corona tijd met alle beperkingen van dien. Het decor heeft de vorm van een open enigszins toelopende cilinder die door middel van geprojecteerde lijnen heel overtuigend de indruk wekt van een doorschijnende bol. Figuranten klimmen het gekromde vlak op en neer met behulp van touwen en ongetwijfeld stroeve schoenzolen.

In de bol staan de nodige rekwisieten: een Copernicaans stelsel van koperkleurige bollen, later een omgevallen piano en verder nog losse attributen. De zangers staan veelal voor de bol maar soms ook wel even erin. Figuranten zorgen voor actie tijdens de lange aria’s. Ze doen dit met eenvoudige middelen zoals een heel lang touw waarmee een zanger wordt omwikkeld en weer bevrijd.

Heel doeltreffend allemaal. De figuranten nemen de plaats in van de koorleden die op een brug voor de bol langs staan opgesteld in een soort laboratoriumkleding waardoor hun mondkapjes minder gekunsteld overkomen. De Ana heeft een productie gecreëerd die zijn enorme reputatie alle eer aandoet en tegelijkertijd op onopvallende wijze de toen geldende beperkingen weet te incorporeren. Van alle ‘covidproducties’ uit die tijd die ik op dvd heb gezien is dit de meest succesvolle.

De cast mag er zijn, zangers die hun sporen in meerdere grote operahuizen hebben verdiend.

Salome Jicia is een bewonderenswaardig mooie Bianca, prachtige vertolking en in het grote duet met Fernando in de tweede akte ook goed acterend in de weer. Veiligheidshalve laat de regie hen niet te dicht bij elkaar in de buurt komen, dat moeten we incalculeren. In dat duet bombardeert Fernando haar met verwijten en alleen doordat hij de indruk krijgt dat haar tranen ‘echt’ zijn laat hij af en sluiten ze vrede. Nu komt het er op aan Filippo voor zijn daden te straffen.

Die taak is weggelegd voor Giorgio Misseri, de tenor uit de titel. Bellini heeft hem in zijn aria’s een paar extreem hoge noten te zingen gegeven die ik altijd afdoe als Rossiniaanse brandweersirenes. Hij slaat zich daar aardig doorheen en de rest van zijn partij zingt Misseri met ogenschijnlijk gemak.

De rol van stoorzender en slechterik is toebedeeld aan de bas Nicola Ulivieri die zeker in zijn solostukken volstrekt de show weet te stelen, mooie rijzige gestalte, baardige potentaat in bijpassende chique kledij en een stem die dat allemaal geheel bevestigt: het complete pakket. Koor en orkest van Carlo Felice staan onder leiding van Donato Renzetti.

Een must voor elke Bellini liefhebber die zijn of haar collectie wil completeren.

Fotomateriaal © Marcello Orselli

va