Monteverdi

KEES VLAARDINGERBROEK : VIVALDI EN DE ANDEREN

Tekst: Ger Leppers

Toen ik mij, als jonge puber, in de jaren zestig van de vorige eeuw voor klassieke muziek begon te interesseren, bestonden er verschillende kleine, handzame boekjes die de geïnteresseerde leek hielpen om vertrouwd te raken met die voor hem nieuwe wereld. Er waren door gerenommeerde musici en musicologen geschreven Prisma- en, Ooievaarpockets die voor het grote publiek een overzicht gaven van de muziekgeschiedenis en een beschrijving van de belangrijkste meesterwerken, alsmede mooi uitgevoerde, nog geen zestig bladzijden dikke boekjes over opera en ballet die de wereld werden ingezonden onder de weidse naam Arti Beeldencyclopedie.

Ik verslond ze allemaal en heb er veel van opgestoken. Zulke misschien wat eenvoudige, maar toegankelijke en nuttige boeken voor het grote publiek zijn tegenwoordig een stuk dunner gezaaid, heb ik de indruk. Maar veel van die toegankelijkheid, in combinatie met gedegenheid, en vooral met het aanstekelijk didactisch plezier dat die boekjes uitstraalden, vond ik dezer dagen tot mijn genoegen terug in ‘Vivaldi en de anderen’ van de muziekwetenschapper Kees Vlaardingerbroek.

Kees Vlaardingerbroek was van 2006 tot 2023 artistiek leider van de onvolprezen hoofdstedelijke Zaterdagmatinee, dat vlaggenschip van het vaderlandse concertleven. Sedert zijn terugtreden is hij internationaal actief als artistiek adviseur en publicist.

‘Vivaldi en de anderen’ wekt in de eerste plaats de indruk dat de schrijver het boekje nou eens voor zijn eigen plezier heeft geschreven. “Wanneer ik in Italië ben,” schrijft Vlaardingerbroek, “heb ik nog altijd het gevoel intenser te leven dan in een ander land: het eten smaakt beter, de steden zijn mooier, de mensen levendiger.” Dit boek is dus de neerslag van een levenslange liefde voor Italië in het algemeen en een hommage aan zijn componisten in het bijzonder. Bij alle gedegenheid heeft het boek daardoor hier en daar ook subjectieve en persoonlijke trekjes gekregen, die evenwel eerder bijdragen tot een warme en betrokken, persoonlijke toon dan dat zij in het geheel ook maar enigszins zouden detoneren.

“Wat maakt Italiaanse muziek Italiaans?’ luidt de titel van de inleiding. Op deze vraag geeft Vlaardingerbroek een beknopt antwoord, vooral door de muziek uit het schiereiland te contrasteren met de Duitse, die in de loop der tijden door menigeen als de antithese ervan is gezien. De schrijver weet dat bijzondere karakter van de Italiaanse muziek enigszins tastend te omschrijven, terwijl hij tegelijk laat zien hoe weinig absoluut de tegenstelling met de Duitse muziekwereld is.

Daarna volgt een twintigtal componistenportretten, capita selecta uit de Italiaanse muziekgeschiedenis. Ze worden steeds voorafgegaan door met zorg gekozen, vermakelijke en/of instructieve citaten, soms uit verste uithoeken van de wereld van de musicologie.

A2v-A3r, Ioannis Petraloysii Praenestini Missarum Liber Tertius, door Giovanni Pierluigi da Palestrina, John J. Burns Library, Boston College.

Onmisbare grootheden als Palestrina, Monteverdi, Vivaldi, Bellini, Verdi, Puccini, Dallapiccola en Berio figureren in dit bonte tableau de la troupe naast minder bekende, maar de schrijver niet minder dierbare toondichters als Tarquinio Merula, Agostino Steffani, Francesco Bartolomeo Conti en niet te vergeten de componiste Antonia Padoani Bembo.

No portrait of Antonia Padoani Bembo is known to have survived. Confusingly, the self-portrait (above) of the French painter Élisabeth Sophie Chéron (1648-1711) is regularly used in writings and CDs dealing with Antonia’s life and works.

Vlaardingerbroek bepleit hun zaak met verve, in heldere taal en vaak met mooie, meeslepend vertelde anekdotes. Doordat deze minder bekende figuren eveneens in het licht van de schijnwerpers worden gezet, is het boek bovendien ook voor de meer gevorderde muziekliefhebber lonende lectuur.

“The Concert” (ca. 1673-1675), a 56 × 44 cm oil on panel by Gerard ter Borch (1617-1681), located in the Gemäldegalerie, Berlin.

De opzet van ‘Vivaldi en de anderen’ brengt onvermijdelijk met zich mee dat menigeen hier en daar een dierbare componist zal missen (in mijn geval met name Bruno Maderna, componist van onder meer een fabelachtig mooi derde hoboconcert), maar daar staat veel tegenover: al die voor mij nieuwe componisten die ik dankzij dit boek heb leren kennen, de talrijke met plezier aanvaarde luistertips, en de prachtige, met zorg en liefde gekozen en door de uitgever fraai gereproduceerde illustraties.

Als de schrijver in zijn boek een doorlopend verhaal had verteld, had de lezer hier en daar wat meer context kunnen meekrijgen, dat is zo ongeveer het enige bezwaar dat ik tegen deze uitgave zou kunnen inbrengen. Maar ook in deze vorm, als een twintig-gangenmaaltijd waar men zijn vingers bij aflikt, heeft ‘Vivaldi en de anderen’ ten volle bestaansrecht.

Kees Vlaardingerbroek: Vivaldi en de anderen. Uitgeverij IJzer, Utrecht. 160 blz. 25 euro.

‘Ik maak van je vijanden een bank voor je voeten.’ Monteverdi en Euripides in het Festival Oude Muziek.




Tekst: Neil van der Linden

Na de openingsavond van het Festival Oude Muziek in TivoliVredenburg met de theatrale reconstructie van de begrafenisceremonie van Karel de Vijfde trad Artists in Residence-ensemble La Tempête voor de tweede keer aan in de grote zaal van Tivoli/Vredenburg, dit keer met een door de hele zaal geënsceneerde versie van Monteverdi’s Maria Vespers.

Zoals ze het vier jaar geleden al op een CD lieten horen, nodigen net als de muziek uit de tijd van Karel V ook Monteverdi’s Vespers uit om te worden vermengd met allerlei andere Mediterrane muziek. En ja, het Venetië, waar Monteverdi misschien nooit de hele Vespers zoals we die kennen als geheel uitvoerde, maar mogelijk wel minstens een paar delen, en wel mogelijk in de San Marco, was een havenstad waar de hele Middellandse Zee commercieel, cultureel en etnisch samenvloeide.

Dus wisselde La Tempête de delen uit Monteverdi’s muziek af met veel ‘volksere’ religieuze muziek: ‘primitief-polyfone’ Faux-bourdon-stukken uit de Provence en stukken ‘authentiek’ Gregoriaans uit de tijd dat die nog niet gladgestreken was. Ik heb de CD-opname van de Vespers door dit ensemble altijd geweldig gevonden. Geen zangers die er individueel enorm uitsprongen, zoals Montserrat Figuerras bij Jordi Savall, maar wel hecht ensemblewerk, door tóch individuele stemmen.

Dat was nu ook het geval. Sopraan Amélie Raison, die twee dagen later zou soleren in het afscheidsproject van La Tempête, Colors, vormde een prachtig duo met Brenda Poupard, mezzosopraan. Bij de Karel V-manifestatie en ook nu weer schitterde een fenomenale non-belcanto . bijna viriel zingende lage vrouwelijk alt, Eugénie de Mey. Een andere blik- en gehoor-vanger was René Ramos-Premier, zie de bijgaande foto waarop hij frontaal in beeld is.

Ook al is het de San Marco niet (vergelijk de muzikaal overigens wat vlakke videoregistratie van de Vespers onder John Eliot Gardiner die optimaal gebruik maakt van de mogelijkheden van de San Marco), net als bij de Karel V begrafenis-voorstelling twee dagen ervoor bood TivoliVredenburg vele mogelijkheden om koren, solisten en instrumentgroepen overal verspreid op te stellen.

Toch hield men zich in vergelijking met ‘Larmes de Resurrection’ twee jaar geleden in de Utrechtse Jacobikerk en het begrafenisritueel voor Karel V twee dagen ervoor bij deze Vespers theatraal wat in. Hier en daar flakkerden lampjes om de indruk van brandende kaarsen te wekken. Er werd een baar rondgedragen, overdekt met guirlandes van witte bloemen, en op gegeven moment werd die midden op het podium neergezet, met grote – ook weer vanwege brandgevaar – elektrische kaarsen erop, al werd dat dan misschien juist weer wat veel van het goede. En de reidansjes van het koor rond de baar waren echt een beetje kitscherig.

Ja, misschien was het de bedoeling dat je aan Botticelli’s ‘La Primavera’ dacht, of voor mijn part aan Ari Asters horrorfilm ‘Midsommar’. Maar dan mocht het gecontroleerder en wat eleganter, of juist expressiever worden gedaan.Verder waren sommige inzetten verre van spatgelijk als de instrument- en zangers-groepen wat verder uit elkaar stonden.

Maar ik werd misschien ook wel afgeleid door nog andere gedachten, die niets met de uitvoerenden te maken hadden, maar wel met de aard van het werk zelf. Ik was tijdens het concert nog steeds onder de indruk van het optreden dat ik ervoor had gezien, Euripides’ ‘Hecuba’ door een Kroatisch ensemble. Één van de mooiste producties van het festival van dit jaar en één van de mooiste theatervoorstellingen tot nu toe van dit jaar.

Eén zangeres (festival co-curator Katarina Livljanić) die Hecuba speelde, één zanger, Francisco Mañalich, die Hecuba’s zoon en dochter speelde, én de moordenaar van de zoon. Twee instrumentalisten op traditionele Kroatische en moderne instrumenten. Een kwintet van traditionele Kroatische ‘kantidari’-zangers het Griekse koor vertolken. En naast de Kroatische polyfonie ook muziek van één van de Venetiaanse wegbereiders van Monteverdi, Claudio Merulo. Een leeg toneel, en heel indringend gedaan.

Trailer Hecuba, queen of Troy – A Greek Tragedy in Renaissance Dubrovnik and Venice:

In deze voorstelling kwam zo ontroerend mooi naar voren hoeveel compassie Euripides en zijn protagonisten hadden met de overwonnenen in een oorlog. Wat we al vonden bij Homerus en ook bijvoorbeeld in Aeschylos’ ‘De Perzen’. Ik realiseerde me dat zulke compassie ten enenmale ontbreekt in bijna welk bijbelverhaal dan ook (behalve even een beetje in ‘Heb uw vijanden lief’ en ‘Je andere wang toekeren’). Flink wat teksten van de Maria Vespers zijn wat dit betreft zelfs nogal bloeddorstig. Neem het tweede stuk al, het ‘Dixit Dominus’, Psalm 110, met zinsneden als ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, Ik maak van je vijanden een bank voor je voeten.’

De vertaling van Hecuba was van de vader van het Europese humanisme, Erasmus, en vanuit het Latijn verder vertaald in het Italiaans en het Kroatisch door respectievelijk de Renaissance-dichters Lodovico Dolce in Venetië, op wie Merulo zijn muziek had gebaseerd en Marin Držić in Dubrovnik.

Voor hun afscheid van het festival kreeg La Tempête de beschikking over Cloud 9, normaliter de kleine zaal van TivoliVredenburg’s voor jazz pop. En dat was niet heel vreemd, want onder de naam Colors presenteerden leden van het ensemble verjazzde Renaissance-muziek, met artistiek leider Simon-Pierre Bestion zelf op piano en synthesizer. Verder was er één zangstem, die van sopraan Amélie Raison, die ook de Maria Vespers was opgevallen, een blazerskwartet op uiteenlopende instrumenten, van klarinet en basklarinet via ney en duduk naar zink en renaissancefagot en een drummer.

Het procedé was min of meer het omgekeerd van dat van de pioniers in fusie tussen Renaissance-polyfonie en jazz, het Hilliard Ensemble indertijd samen met saxofonist Jan Garbarek. Daar waren de zangstemmen meervoudig en soleerde de saxofoon eromheen. De specifieke harmonieën van componisten als Perotin, Josquin, Taverner, Hayne van Ghizeghem, Alexander Agricola en Tye bieden in blazersvorm een uitermate vruchtbare aanvulling op het harmonisch repertoire van de jazz. Misschien is het de moeite waard zou zijn om te kijken of er mogelijkheden zijn om met meer dan één zanger te werken, hoewel met meer stemmen tegelijkertijd wat minder makkelijk kan improviseren. Maar de Renaissance-muziek had juist een heel stelsel van regels om te kunnen improviseren.

Aan het eind bedankte Simon-Pierre Bestion het festival voor het gastheerschap, maar ook een aantal peetvaders en geestverwanten, onder meer Marcel Peres (fijn, terecht), Giovanni Antonini van Il Giardino Armonico en ongeveer tijdgenoot Björn Schmelzer van Graindelavoix

Mijn eerdere recensie van de Maria Vespers op Basia con Fuoco:

https://basiaconfuoco.com/2021/08/08/la-tempete-met-simon-pierre-bestion-claudio-monteverdi-vespro-della-beata-vergine/

 

De opname van Radio IV/NPO Klassiek van de Vespers:

https://www.nporadio4.nl/uitzendingen/zomeravondconcert/ed99a9f1-1a4b-4b25-a244-f5bdcc7b53da/2023-08-27-zomeravondconcert-festival-oude-muziek

Gezien Monteverdi’s Maria Vespers door La Tempête 28 augustus
Euripides’ Hecuba door Dialogos 28 augustus
Colors door La Tempête 30 augustus
Telkens in TivoliVredenburg tijdens het Festival Oude Muziek 2023

Foto’s Vespers Marieke Wijntjes en Neil van der Linden

Foto Dialogos Melle Meivogel

Foto’s Colors Neil van der Linden