La-Scala_di_Sietta

Rossini double bill van Opera Zuid is een leuke voorstelling

Tekst: Peter Franken

Twee eenakters op een avond, dat wordt vroeg beginnen, zo had men gedacht in Amare. De productie van Opera Zuid duurt maar liefst 170 minuten dus werd er al om kwart voor acht gestart. Voor de pauze La scala di seta en erna Il Signor Bruschino, allebei opera’s uit Rossini’s vroege periode maar toch ook betrekkelijk kort voor zijn eerste grote succes L’ Italiana in Algeri.

Beide stukken hebben een geijkte handeling: geheime liefdesrelaties, opdringerige voogden die een meisje willen uithuwelijken, persoonsverwisselingen en veel verstopwerk. Een klucht als het Franse toneelstuk Boeing Boeing komt aardig in de buurt. Muzikaal wordt het door Rossini in een fris jasje gezet, leuk om naar te luisteren zonder ook maar een moment te beklijven. Aansprekende solostukken ontbreken, die kwamen pas later in zijn carrière.

In ‘de zijden ladder’ is Giulia in het geheim getrouwd met Dorvil. Elke avond gooit ze een stel aan elkaar geknoopte zijden lakens uit het raam waarlangs hij naar binnen klimt voor een nachtelijk samenzijn.

Giulia’s voogd (jawel!) Dormont wil haar uithuwelijken aan Blansac, een flierefluiter. De handeling draait vervolgens om pogingen van Giulia om Blansac te interesseren voor haar nichtje Lucilla om hem zo van haar dak te krijgen. En Lucilla wil maar al te graag. Er tussendoor fietst nog Giulia’s jonge neefje Germano die stiekem een beetje verliefd op haar is en alles in de gaten houdt, veelal vanuit een verstopplek.

Agnes Hasun heeft als decor een grote moderne keuken ontworpen met veel kastruimte. Met die verstopplekken zit het wel goed op die manier. Hasun is tevens verantwoordelijk voor de kostumering: iedereen loopt in fleurige kledij, bij elkaar is het een feestelijk schouwspel. Tijdens de voorstelling wordt er live gekookt. De kok (Roderik Povel) wordt zo nu en dan even in de handeling betrokken, leuk gedaan

.

Na de pauze is er minder behoefte aan plekken waar iemand zich kan verstoppen. De keuken is nu een neutraal decor, nog steeds met die kok aan het werk. Nu draait alles om Sofia die door haar voogd Gaudenzio is bestemd voor de zoon van Signor Bruschino.

Zijzelf heeft haar zinnen gezet op Florville die door een gelukkig toeval Bruschino junior een tijdje opgesloten weet te houden zodat hij zich voor hem kan uitgeven. Zijn ‘vader’ weigert hierin mee te gaan: die man is een bedrieger. Politie erbij, brieven met valse afzenders, een schuldeiser in de persoon van hotelconciërge Filiberto. Uiteindelijk gaat Bruschino overstag als hij daarmee kans ziet om Gaudenzio een hak te zetten. En dus trouwt Sofia gewoon met Florville en gaat iedereen over tot de orde van de dag.

Giulia kwam voor rekening van mezzo Alexia Macbeth die een keurige vertolking van haar partij gaf, zij het met een flink vibrato. Onder druk klonk de stem wat dun en scherp maar over het geheel genomen was het een goed optreden, vooral ook acterend.

Macbeth kwam na de pauze terug als Marianna, de vriendin van Sofia die druk in de weer is om samen met Florville de verwikkelingen in de juiste richting te sturen.

Als Lucilla wist sopraan Chelsea Bonagura, vooral actief als zangdocent, aardig de show te stelen in de scène waarin ze in lange jurk en op hoge hakken de aandacht van Blansac op zich probeert te vestigen.

 Acterend ingetogen hilarisch, zingend met fraaie topnoten en een paar coloraturen. Na de pauze had ze de vrouwelijke hoofdrol maar werd een beetje weggedrukt door het grote aantal mannelijke intriganten.

Bariton Raoul Steffani buitelde wat over het toneel als Germano en kreeg zelfs een heuse aria te zingen. Zijn kwaliteiten kwamen vooral naar voren in de vertolking van Gaudenzio, Sofia’s voogd die uiteindelijk van een koude kermis thuiskomt.

Dat buitelen is iets dat ik meer associeer met bariton Michael Wilmering maar in deze opera’s heeft hij duidelijke andere rollen. Blansac werd door Wilmering vertolkt als een ingehouden buffo, zeer geslaagd. En als de conciërge Filiberto had ik hem nauwelijks herkend, strak in het pak en zowel zingend als acterend tamelijk rechttoe rechtaan.

Bariton Edwin Fardini maakte indruk als Signor Bruschino die er aan alle kanten ingeluisd wordt en zich daar tot het uiterste tegen weet te verzetten. Mooie vertolking van zijn lastige partij.

 Zijn echte zoon komt ook nog even op het toneel, om te zeggen dat hij spijt heeft van zijn gedrag. Dat rolletje was voor tenor Pim van Drunen. Tenor Jacques de Faber nam voor de pauze Dormont voor zijn rekening en kwam na de pauze terug als politiecommissaris, goed gedaan.

Tenor Manuel Nunez Camelino vertolkte in beide werken de rol van de Liebhaber, respectievelijk Dorvil en Florville. Het heeft een aardig timbre maar ik vind zijn stem wat dun en niet al te overtuigend in de hoogte. Bij hem had ik graag wat meer power gehoord.

De regie was in handen van Marcos Darbyshire en Sander Teepen stond voor de Philzuid. Het was een leuke avond daar in Amare, de tweede voorstelling uit de reeks. Er volgen er nog negen.

Voor meer info zie:

https://operazuid.nl/pers/

Fotomateriaal: © Joost Milde

Trailer van de productie: