
Maddalena Mariani Masi (1850-1916) en Gioconda au deuxième acte de l’opéra lors de la création en 1876 (Alfredo Edel, Archivio storico Ricordi)
Een vrouw verscheurd tussen de liefde voor haar moeder en haar minnaar, die haar nota bene ontrouw is en eigenlijk nooit van haar heeft gehouden. Nee, het is geen alledaags thema voor een opera.

Francesco_Hayez, La vendetta di una rivale (Le Veneziane), après 1853, avant 1860
Dat zij uiteindelijk voor haar moeder kiest (na eerst haar minnaar geholpen te hebben om samen met zijn geliefde – haar rivale – te ontsnappen) wordt haar fataal, maar heeft ons met ‘Suicidio’ wel één van de mooiste aria’s uit de operageschiedenis gegeven.

Estampe Jieben [sig.]; H. Ngerer & Goschl [sig.]
Date d’édition: 1876-1899
Ondertussen krijgen we passie, bedrog, moord en zelfmoord, voor elk wat wils. Melodrama? Me dunkt, van het beste kaliber!

Angelo, tyran de Padoue, costumes et décors de la création en 1835 au Théâtre Français, Gallica / BnF
La Gioconda van Amilcare Ponchielli is gebaseerd op Angelo, tyran de Padoue van Victor Hugo en het libretto is door niemand minder dan Arrigo Boito vervaardigd. Het is een zeer gepassioneerde, bij vlagen bombastische opera en bevat een keur aan (over)bekende aria’s. En natuurlijk het ballet, want wie ken de ‘urendans’ niet?
Toch wordt ‘La Gioconda’, al staat zij zeer hoog bij opera liefhebbers aangeschreven, tegenwoordig nog maar zelden opgevoerd. Het is inderdaad buitengewoon lastig om al die zes hoofdrollen goed te bezetten, maar zou het alleen daar aan liggen?
Violetta Urmana

Ik had mijn twijfels over Violetta Urmana’s Gioconda, maar zij zet een uitstekende straatzangeres neer. Zij klinkt betrokken en doorleefd, al is zij minder dramatisch dan haar illustere voorgangsters: Callas, Cerquetti, Milanov, Tebaldi of Scotto *… Om maar een paar te noemen.:
Violetta Urmana zingt ‘Suicidio’
Luciana D’Intino is een mooie, lyrische Laura en Lado Ataneli een goede Barnaba, al mist hij de vileine trekjes (kwestie van goed acteren?) van een Milnes of Mittelmann.
Dat Plácido Domingo de rol van Enzo altijd al wilde opnemen is evident. Hij zong hem voor het eerst in 1970 in Madrid, met Angeles Gulin als Gioconda, en vertolkte hem later ook in Berlijn, London, New York en Wenen.
Plácido Domingo zingt ‘Cielo e mar’ in Madrid 1970:
En nu dus ook op de cd en het resultaat is zonder meer goed. Zijn vocale kracht is niet verminderd en zijn warme tenor, wonderlijk genoeg minder baritonal van timbre klinkt nog steeds als een klok.
Hui He

De Chinese Hui He (Gioconda) maakte haar Met debuut in 2010 als Aida, een rol die haar naar de grootste en belangrijkste podia ter wereld heeft gebracht. Zij beschikt over een bijzonder sterk spinto sopraan, met een enorme draagkracht en perfecte hoge noten. Haar Italiaans is uitstekend en haar inleving in de personage werkelijk adembenemend. Haar ‘Suicidio’ is vol passie, verdriet en twijfel en wordt – uiteraard – beloond met een open doekje.
Hugh Smith (Enzo) kennen we (?) nog uit Amsterdam, waar hij in 2004 een zeer sterke debuut bij ZaterdagMatinee maakte als Des Grieux in Manon Lescaut, met in de hoofdrol Charlotte Margiono. Daarna kwam hij nog één keer terug, voor de “disaster” ‘Norma’ bij DNO.
Hij is een echte “Italiaanse” (Smith is een Amerikaan) spinto, niet de subtielste ter wereld, maar zijn geluid mag er wezen: groot en rinkelend. In ‘Cielo e mar’ wil hij wel eens zijn hoge noten knijpen, maar de aria op zich staat als een huis. Mij doet hij een beetje aan Richard Tucker denken. Die rol van Enzo heeft hij al vaker gezongen, onder andere bij de New Israeli Opera:
In het duet met Laura (Luciana d’Intino) “Stella del marinar!”, gaat het een beetje mis, niet in laatste instantie door de dirigent – zijn tempi vind ik hier te langzaam. Bovendien mengen de twee stemmen hier niet echt. Best jammer, want d’Intino is ook zo’n ouderwetse mezzo met mooie borsttonen, warme laagte en een makkelijke hoogte. Haar stem geeft ook iets van een resonans, wat mij zeer prettig klinkt in de oren.
In ‘E un anatema’, Laura’s duet met Gioconda, gaat het er veel spannender aan toe: beide dames zijn aan elkaar gewaagd en het drama spuit er vanaf. Hier neemt de dirigent een zeer geslaagde revanche: de spanning is om te snijden en houdt het aan tot de laatste noten van de tweede akte.
Aan het einde van III bereikt Steckler een echte climax (vergeet het aandeel van het koor niet!) en in IV pakt hij echt uit en sleurt alles en iedereen mee, zowel in het zeer lyrisch gehouden trio ‘Ah, il cor mi si ravviva’ als in de zeer dramatische confrontatie van Gioconda met Barnaba. OPERA!
Lado Atanelli is misschien niet de beste, maar zeker een prima Barnaba, er zijn tegenwoordig zo weinig baritons die de rol nog kunnen zingen!
- Over Scotto gesproken: vergeet haar La Gioconda uit San Francisco 1979 niet! Voor haar interpretatie van die rol heeft Scotto Emmy award gekregen. Het betekende ook een heftige ruzie met Luciano Pavarotti, die zij in haar autobiografie “More then a diva” niet eens bij de naam noemde. Hij werd “A certain tenor” genoemd.
Het kwam allemaal goed.
Bonus 1 : 14 jaar oude Scotto (hier nog studerend als mezzo) in 1948!
Bonus 2: mijn geliefde Gioconda’s:
Callas (een van de vele):
Rosa Poncelle:
Anita Cerquetti:
Leila Gencer:
Montserrat Caballe:
