De maagd van Tsjakovski

Tekst: Neil van der Linden

Tchaikovsky voltooide De Maagd van Orleans in 1879, hetzelfde jaar waarin zijn vorige opera Eugen Onegi, in première ging. Maar De Maagd van Orleans heeft het succes van Eugen Onegin nooit geëvenaard.

Agnes Sorel (1422-1450), Maitresse of Charles VII of France, portrayed as Madonna by Jean Fouquet (1420-1481) copy.png

Theater voorstelling- ‘Jeanne d’Arc’, lyrisch drama door Jules Barbier (1825-1901), muziek door Charles Gounod (1818-1893). Parijs, Théâtre de la Gaîté. Gravure in ‘Le Monde Illustré’ nr. 868 van 29 november 1873..jpg

Tchaikovsky schreef het libretto zelf, deels naar Friedrich Schillers toneelstuk Die Jungfrau von Orleans uit 1801, dat onder meer Verdi en Gounod had geïnspireerd, laatstgenoemde voor balletmuziek bij een toneelstuk, Jeanne d’Arc van Jules Barbier uit 1873 dat Tchaikovsky ook kende.



Om een psychologisch conflict in te kunnen bouwen had Schiller een personage toegevoegd, Lionel, bij Schiller een Engelse officier tegenover wie Jeanne op het slagveld had gestaan, waarna de twee verliefd op elkaar werden.

Opmerkelijk: Tchaikovsky liet de Engelsen helemaal weg, maar handhaafde Lionel en maakte van hem een Bourgondische officier; de Bourgondiërs kozen in de Honderjarige Oorlog de kant van de Engelsen, en Lionel werd daarmee naast vijand tevens landverrader. (Bourgondië-expert Bart van Loo: “Het is 1430. Karel VII, erfgenaam van de Franse troon, moet het opnemen tegen de Engelse koning Hendrik V die gesteund wordt door de Bourgondische hertog Filips de Goede. Dat kamp is aan de winnende hand. Parijs en grote delen van Noord-Frankrijk zijn bezet. Maar dan krijgt Karel VII hulp uit onverwachte hoek: Jeanne d’Arc verschijnt op het toneel!”)

Ik ben kwijt hoe het bij Schiller zat maar bij Tchaikovsky gaat het niet zozeer om de romance, maar om Jeannes psychologisch strijd. Haar mystiek-patriottische zelfbeeld wordt aan het wankelen gebracht door de aantrekkingskracht van een man, een vijand en landverrader nota bene. Vervolgens wil het volk, dat haar eerst adoreerde, bloed zien. NB Tchaikovsky begon aan deze opera net niet lang nadat zijn huwelijk met Antonina Miliukova was afgebroken, toen zijn – homoseksuele – gevoelens niet in overeenstemming bleken met wat zijn omgeving, en hij zelf, van hem verwachtten.

Jeannes liefdesperikelen en de erop volgende scènes waarin het Franse volk zich tegen haar keert zijn muzikaal én dramatisch toch erg sterk, en dat zijn ook in de regie van Dmitri Tcherniakov de overtuigendste passages. Tcherniakov construeert de opera als een reeks
flashbackswaarin Jeanne, in de rechtszaal, haar leven aan zich voorbij ziet trekken. Dat wringt soms, bijvoorbeeld als in het begin het vrouwenkoor zingt dat het bloemen komt brengen en we alleen het interieur van de rechtbank zien. Dat het Jeanne’s hallucinaties zijn, zoals de boven het podium geprojecteerde teksten aangeven, werkt aanvankelijk toch niet overtuigend.

Er is al veel geschreven over het decor, dat een jaar kostte om te bouwen. Het kan de rechtszaal verbeelden, maar ook een kerkinterieur, en het koninklijk paleis, maar blijkbaar vooral Jeannes innerlijke belevingswereld. We zien haar dan ook de hele opera lang op het toneel.

Storend in dat concept zijn realistische details die de regisseur toevoegt, zoals de gevangenisbewakers en Lionel die sigaretten opsteken, een boodschapper die met een verfrommeld briefje opkomt en daar maar naar blijft staren, de minnares van de koning, Agnès Sorel, die met een potsierlijke handtas rondloopt en daaruit een zakdoek tevoorschijn haalt om het voorhoofd van de koning af te deppen.

Nog potsierlijker wordt het als ze, terwijl het bericht binnenkomt dat de Fransen aan de winnende hand zijn, demonstratief een makeup-spiegel uit haar handtas pakt en zich gaat opmaken. En waarom is Sorel uitgebeeld als een cliché-Russische platinablonde matrone in een tuttig mantelpak? De echte Sorel werd in haar tijd Dame de Beauté genoemd en was een wijze adviseur van de koning. Het is bekend dat de koning op zeker moment alle hoop had laten varen en de staatszaken verwaarloosde, totdat Jeanne redding kwam brengen.

Maar waarom krijgt de koning het uiterlijk van een slonzige dronkenlap (hij lijkt op Moessorgski)?
En ook al weten we dat Jeanne dochter van een schaapherder was, waarom heeft ze het hele eerste deel een slecht zittende bodywarmer aan, ook weten we dat Jeanne zich altijd als onaangepaste buitenstaander gedroeg. Of zijn deze zaken bedoeld om de zangers een houding te geven op het toneel? Wat ze geen van allen nodig hebben.

De grotere en kleinere andere rollen zijn zonder uitzondering meesterlijk bezet. Jeanne wordt fabuleus gezongen door Elena Stikhina. Nog intenser dan haar MadamaButterfly zes jaar geleden en vorig jaar
Suor Angelica alhier.

Allan Clayton als de koning en Nadezhda Pavlova als Agnès Sorel, ook geweldig. En Lionel met Andrey Zhilikhovsky, Jeanne’s vader Thibaut d’Arc en Een Engelenstem met Eva Rae Martinez, om er maar een paar te noemen.

Muzikaal staat deze voorstelling als een huis. Opvallend is de enorme klankrijkdom van koor en orkest, vanaf de verfijnde passages met fluiten in de ouverture (met een mooie rol van een solofluitist op het toneel) en adembenemende a capella passages tot overdonderen massa-scènes, die toch helder blijven klinken.

In het tweede deel gebruikt Tcherniakov veel minder tierelantijnen en vanaf het grote liefdesduet tot en met het slot ontstaat een coherent geheel. Je gaat zowaar meevoelen met het gedoemde liefdespaar.


Indrukwekkend is ook de uitbeelding van de brandstapelscène aan het slot. Lionel is dan al neergestoken door de Fransen. Jeanne steekt vervolgens zelf een fakkel aan waarmee ze de rechtbank/ kerk/paleiszaal in lichterlaaie zet. (Een referentie aan Brünnhilde die aan het slot van Wagners
Götterdämmerungook zelf de brandstapel aansteekt? Wat Wagner misschien via Schopenhauer ontleende aan het Hindoe-Sati-ritueel, de historische praktijk van de weduwe-zelfverbranding op de brandstapel van de overleden echtgenoot; en ja, Tchaikovsky had in 1876 in Bayreuth de eerste complete Ring gezien.)



Muzikale leiding  Valentin Uryupin
Regie en decor  Dmitri Tcherniakov
Jeanne d’Arc  Elena Stikhina
Koning Charles VII  Allan Clayton
Agnès Sorel  Nadezhda Pavlova
Dunois  Vladislav Sulimsky
Lionel  Andrey Zhilikhovsky
De Aartsbisschop  John Relyea
Raimond  Oleksiy Palchykov
Thibaut d’Arc  Gábor Bretz
Bertrand / Lauret  Patrick Guetti
Een Engelenstem  Eva Rae Martinez
Minstreel  Tigran Matinyan
Nederlands Philharmonisch
Koor van De Nationale Opera
Instudering Koor  Edward Ananian-Cooper
Coproductie met Metropolitan Opera New York
Foto’s Marco Borggreve.


Gezien 15 november De Nationale Opera en Ballet Amsterdam


Elena Stikhina vorig seizoen in Suor Angelica

https://www.youtube.com/watch?v=7PMs8HSkEs0




Zes jaar geleden in Madame Butterfly

https://www.youtube.com/watch?v=5vjUhlctJhc



Promotieclip voor deze productie

https://www.youtube.com/watch?v=vhcQ5Uz1WWE



Historische opname

https://open.spotify.com/album/1qFp8LBLx8bTDIa5hehob6?si=aT7mswZQSk-wST46kV7jug



Muzikale leiding Valentin Uryupin
Regie en decor Dmitri Tcherniakov
Kostuums Elena Zaitseva
Licht Gleb Filshtinsky
Gevechtschoreografie Ran Arthur Braun
Dramaturgie Tatiana Werestchagina

Jeanne d’Arc Elena Stikhina
Koning Charles VII Allan Clayton
Agnès Sorel Nadezhda Pavlova
Dunois Vladislav Sulimsky
Lionel Andrey Zhilikhovsky
De Aartsbisschop John Relyea
Raimond Oleksiy Palchykov
Thibaut d’Arc Gábor Bretz
Bertrand / Lauret Patrick Guetti
Een Engelenstem Eva Rae Martinez*
Minstreel Tigran Matinyan

* De Nationale Opera Studio

Nederlands Philharmonisch

Koor van De Nationale Opera
Instudering Koor Edward Ananian-Cooper

Coproductie met Metropolitan Opera New York

Muziek en libretto Pjotr Iljitsj Tsjaikovski Nederlandse Opera Persfotografie: Marco Borggreve Muzikale leiding Valentin Uryupin Regie en decor Dmitri Tcherniakov Kostuums Elena Zaitseva Licht Gleb Filshtinsky Gevechtschoreografie Ran Arthur Braun Dramaturgie Tatiana Werestchagina Jeanne d’Arc Elena Stikhina Koning Charles VII Allan Clayton Agnès Sorel Nadezhda Pavlova Dunois Vladislav Sulimsky Lionel Andrey Zhilikhovsky De Aartsbisschop John Relyea Raimond Oleksiy Palchykov Thibaut d’Arc Gábor Bretz Bertrand / Lauret Patrick Guetti Een Engelenstem Eva Rae Martinez* Minstreel Tigran Matinyan * De Nationale Opera Studio Nederlands Philharmonisch Koor van De Nationale Opera Instudering Koor Edward Ananian-Cooper Coproductie met Metropolitan Opera New York

toneelstuk, Jeanne d’Arc van Jules Barbier uit 1873 dat Tchaikovsky ook kende.










Gezien 15 november De Nationale Opera en Ballet Amsterdam

Elena Stikhina vorig seizoen in Suor Angelica:

Zes jaar geleden in Madame Butterfly

Promotieclip voor deze productie

Historische opname

One comment

  1. Rudolph Duppen schreef:

    19 november 2025 om 13:46

    De Maagd van Orléans werd voor het eerst onverkort concertant uitgevoerd in de Zaterdagmatinee in 2003. De recensenten van de landelijke bladen waren het over het algemeen eens over de kwaliteit van de uitvoering (uitstekend) maar vonden de opera erg luid en lang. De geënsceneerde verkorte versie die ik gisteren (18-11-2025) bijwoonde, maakte op mij muzikaal een zeer sterke indruk. Sinds afgelopen zomer is de geluidsinstallatie in de zaal en in de orkestbak sterk verbeterd en dat is te merken. De stemmen zijn uitstekend te horen in de zaal zelfs als de zangers opzij zingen of met hun rug naar het publiek staan wat tijdens deze productie veelvuldig gebeurde. Ook uit de orkestbak klonken fraai uitgelichte soli.Dat de Maagd van Orléans niet populairder is, heeft vooral te maken met de Russische geschiedenis. De première was een enorm succes in het Mariinsky Theater in Sint Petersburg (februari,1881). Het was de eerste opera van Tchaikovsky die in het buitenland werd opgevoerd (Praag, 1882). De componist had de pech dat twee weken na de première Tsaar Alexander II werd vermoord en de theaters dicht gingen. Pas in de 20ste eeuw werd de opera opnieuw opgevoerd. Voor Kamenskaya schreef de componist een mezzo versie en van deze versie is de beroemde opname met Irina Arkhipova gebaseerd op de uitvoeringen in het Bol’shoy in de zeventiger jaren. Muzikaal hoorde ik vooral overeenkomsten met Tchaikovskys laatste opera Jolanta: vooral het hymnische en martiale karakter van de koorpartijen.De componist kende Verdis Giovanna d’Arco maar vond het niks. Ik denk dat Verdis opera de betere is.
    Helaas werkten de regie en de enscenering de opera tegen.Het op zich prachtig gemaakte decor van een wendbare rechtszaal werkte als een obstructie: onhandig, onhandelbaar en kostbaar.Het koor en de solisten zongen zoals eerder opgemerkt niet frontaal maar naar elkaar. Dat het koor over het algemeen spatgelijk zong mag een wonder heette. De personenregie was vooral mallotig en karikaturaal. Met als dieptepunt de verkleedpartij van Jeanne aan het einde van de opera als hoer. Het was waarschijnlijk de bedoeling van de regisseur om van Jeanne een Christus figuur te maken die door haar vijanden bespot en verkleed wordt. Lionel moest haar daarna weer liefdevol aankleden. De bewonderenswaardige Elena Stikhina moest dit allemaal ondergaan. Ze wist Jeannes ontwikkeling muzikaal prachtig gestalte te geven. De andere zangers waren ook van het hoogste niveau. Ik verheug me nu al op Allan Claytons (Charles VII) vertolking van Peter Grimes in de Zaterdagmatinee binnenkort. In 2022 was er een zeer geslaagde productie van de Maagd bij de Deutsche Oper am Rhein. Lange tijd daarna nog te zien op Operavision. Met beperktere middelen kwam men scenisch tot een veel beter resultaat. In 2002 nam de beroemde sopraan Mirella Freni de rol op haar repertoire in Turijn. Ze leerde er Russisch voor. Ze maakte een tournee door Italië met deze productie. Toen ze 70 was nam ze afscheid met deze rol bij de opera van Washington. De sterkste werken gebaseerd op het verhaal van Jeanne d’Arc zijn nog steeds: Jeanne d’Arc au bûcher van Honneger, Saint Joan van G.B. Shaw en Jeanne d’Arc van Braunfels .
    .

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie