Margaretha van Oostenrijk, politiek genie en maecenas van de kunsten.

Tekst: Neil van der Linden

Cappella Mariana en Capriccio Stravagante met Cipriano de Ro

Een tijd geleden had ik geschreven over de kopieën die werden gemaakt van werken uit de verzameling geestelijke muziek verzameld door Margaretha van Oostenrijk (voor gebruik als koorboek in de Mirakelkapel tussen de Amsterdamse Kalverstraat en het Rokin (rond 1900 op last van de Hervormden om plaats te maken voor… een winkelcentrum, met tegenwoordig ook het Martelmuseum).

Margaretha (1480-1530) was de tante van Karel V die nadat zijn vader Filips de Schone in 1506 was overleden optrad als landvoogdes van de Nederlanden tot Karel (geboren 1500) oud genoeg zou zijn. (Zijn moeder Johanna van Castilië alias Johanna de Waanzinnige, officieel de troonpretendent, was zowel door haar vader Ferdinand II van Spanje, haar echtgenoot Filips en door haar zoon Karel in een klooster opgesloten, hoewel ze volgens sommige bronnen helemaal niet zo waanzinnig was; ze zat politiek in de weg, want anders was misschien de unie tussen de Habsburgse landen Oostenrijk, de Bourgondische zij het nu formeel ook Habsburgse Nederlanden enerzijds en Spanje anders weer uiteengevallen.)

Margaretha was een uitmuntend bestuurder. Zonder haar zouden Nederland en België misschien niet meer als zodanig hebben bestaan. En ze wist dat mede te bereiken door vrede te bewaren. Én ze was een grootse beschermvrouw van de kunsten, met smaak. Zo verzamelde ze muziek van vooraanstaande componisten, zoals zes missen van Pierre de la Rue en één van Matthaeus Pipelare. Die zijn te vinden in het fraai uitgegeven Mechels Koorboek, vervaardigd in het atelier van meesterkopiist Petrus Alamire. 

Het Festival Oude Muziek liet de zeven missen uitvoeren door zeven ensembles. Ik was drie keer aanwezig, in de Pieterskerk. (Die kerk waar ik als scholier bijna dagelijks langskwam is nog eens vijfhonderd jaar ouder is dan Margaretha’s koorboek, toen Spanje nog grotendeels Arabisch was en niemand nog van de Habsburgers had gehoord.)

Enfin, in het koorboek zitten ook Nederlandstalige liederen zoals Het is volbracht van Gaspar van Weerbeke, een tegenwoordig minder bekende componist die, voor de verandering, zijn naam niet verfranste, en wiens carrière wel degelijk een hoge vlucht nam in Milaan en Rome.

Ik was bij Cappella Pratensis, Cappella Mariana en het Huelgas Ensemble.Cappella Pratensis zingt met het hele ensemble staande rond één partituur, in dit geval een kopie van bladzijden uit het oorspronkelijke koorboek. Dit is gebruikelijk bij dit ensemble en komt overeen met de uitvoeringspraktijk geregeld op afbeeldingen uit die tijd wordt afgebeeld.

De la Rues Missa de Feria was geschreven voor de ‘gewone’ doordeweekse dagen in het jaar, dus niet een dag vernoemd naar een heilige. Toch is deze mis geen routineklus geweest, integendeel. Er zit een knappe consequent doorgewerkte dubbele canon in, die je dankzij het lijnenspel in de zang goed kunt volgen. Intussen zong het ensemble tussendoor delen in het Gregoriaans uit de liturgie, waarbij het ensemble koos voor iets toch niet alledaags, het ‘feest’ van de onthoofding van Johannes de Doper, 29 augustus, vier dagen voor dit concert.

Het Huelgas Ensemble met Matthaeus Pipelare

Na afloop liet artistiek leider Tim Braithwaite de passage uit een oorspronkelijk koorboek zien waarop bij het begin van een Gotische ‘notenbalk’ een plaatje was getekend van die onthoofding. Interessant was ook dat delen van de Gregoriaanse liturgie met geïmproviseerd contrapunt werden uitgevoerd, waarbij de zangers reageren op handgebaren van de tenor volgens authentiek-vijftiende-eeuwse gebarentaal, zo legde Tim Braithwaite uit.

Cappella Mariana uit Praag koester ik sinds ik kennis maakte met hun CD Praga Rosa Bohemiae, Music in Renaissance Prague uit 2019, met onder meer een erg fraaie uitvoering van de Missa Presulem Ephebeatum van Heinrich Isaac. Het ensemble heeft een prachtige klankkleur door een uitermaate geslaagde vermenging van de timbres vrouwen- en mannenstemmen. Nu voerden ze De la Rues Missa de Sancta Cruce, gecombineerd met een chanson van Josquin en een motet van Alexander Agricola, beiden tijdgenoten van De la Rue. Zeer fraai, het timbre van het ensemble komt ook live tot zijn recht.

Het laatste concert uit de reeks was met het Huelgas Ensemble. Nog net onder oprichter Paul van Nevel, die binnenkort afscheid neemt. Uit Margaretha’s koorboek klonk de Missa Fors Seulement van Matthaeus Pipelare (ca. 1450-ca. 1515), een componist die bij wijze van uitzondering niet naar het zuiden afreisde, en gewerkt heeft in Dordrecht en Den Bosch (en misschien via een Maria genootschap met ongeveer leeftijdgenoot Jeroen Bosch in contact was). De mis is gebaseerd op Pipelares eigen zetting van het chanson “Fors Seulement”, een populaire melodie uit die tijd, ook gebruikt door onder meer De la Rue, Brumel en Ockeghem. De uitvoering was zoals we gewend zijn van het Huelgas Ensemble. Al was het wat betreft geïnspireerdheid niet het beste concert dat ik van het ensemble meemaakte.

De Cappella Mariana trad daags na hun Margaretha programma nogmaals aan, met een mis van nog een andere Vlaamse componist, Cipriano de Rore (1516 –1565), 63 jaar geboren na Pierre de la Rue en twee jaar oud toen De la Rue stierf. 63 jaar is ongeveer het verschil in geboortejaren tussen Mahler en Boulez. En ook al noemen wij dit allemaal ‘Oude Muziek’, in die tijd gebeurde er misschien wel evenveel in de muziek, en in de wereld, als tussen de jaren van Mahler en Boulez.

Cappella Mariana trad nu samen op met het instrumentale ensemble van Capriccio Stravagante. Hetzelfde ensemble als waarbij ik me de dag ervoor wezenloos had verveeld tijdens een instrumentaal concert met delen uit Michael Praetorius’ Terpsichore, omdat ‘dansmuziek’ (ook al was die geschreven als concertmuziek) zo stijfjes werd uitgevoerd. Maar nu vulden een zink, blokfluit en vier gambas en kistorgel harmonieus de polyfone zangstemmen van Cappella Mariana aan.

Al deze missen zijn nog niet op CD uitgebracht door de desbetreffende ensembles, al zijn er wel opnamen door andere ensembles, zoals die van Pipelares Missa Fors Seulement door The Sound and the Fury. In elk geval is er voor elk van de ensembles in dit festival werk aan de winkel.

Recentste CD van Cappella Pratensis, in de voorlaatste bezetting:

Feast of the Swan: A Renaissance Brotherhood at Table

Cappella Mariana: Praga Rosa Bohemiae, Music in Renaissance Prague

Huelgas Ensemble: Matthaeus Pipelare: Missa “L’homme armé”; Chansons; Motets Niet op Spotify

https://www.gramophone.co.uk/review/pipelare-missa-lhomme-arm%C3%A9-etc

The Sound And The Fury: Matthaeus Pipelare 1 met de Missa Fors Seulement

Over het Mirakel van Amsterdam en de Codex Occo aan de Kalverstraat.

Foto’s: © Neil van der Linden

One comment

Plaats een reactie