Tekst: Neil van der Linden

De tekst van de Bushra El-Turks opera OUM, A son’s quest for his mother is een bewerking van de roman Visage retrouvé uit 2002 van de Libanees-Canadese schrijver, acteur en regisseur Wajdi Mouawad.

Mouawad werd bekend door het toneelstuk Incendies (Branden) uit 2003, overal ter wereld gespeeld, in Nederland door het Ro Theater, en in 2010 de basis voor de succesvolle gelijknamige film van Dennis Villeneuve (Arrival, Blade Runner 2049, Dune I en II). Net als in het toneelstuk spelen in de roman de naweeën van oorlog en het overlijden van een moeder een centrale rol, en lijkt het ene voor het andere te staan en andersom.
Busrha El-Turks opera voert een ik-figuur ten tonele (gespeeld door actrice Nadia Amin), die we deels als een zevenjarig jongetje zien dat vertelt hoe hij net op straat aan het spelen was als er vlak bij een bus in het verkeer komt vast te zitten. Hij heeft de tijd om de inzittenden van de bus te bekijken, waaronder een jongetje van ongeveer dezelfde leeftijd als hij zelf, dat hem recht aankijkt. Even later explodeert de bus. Het lijkt op de geschiedenis van de Ain el-Rammaneh bus aanslag, één van de gruwelijke incidenten waarmee de Libanese burgeroorlog in 1975 begon. Wajdi Mouawad was toen zelf zeven jaar oud.
https://en.wikipedia.org/wiki/1975_Beirut_bus_massacre
Het jaar daarop verliet Mouawads familie Libanon en kwam uiteindelijk in Canada terecht.
We zien de ik-figuur ook als volwassene, op weg naar het ziekenhuis waar zijn moeder stervende is (het woord oum uit de titel is het Arabische woord voor moeder). Hij neemt de bus. In de wereld waar hij op dat moment leeft, ergens in een Westers land is bij het nemen van een bus het grootste probleem hoogstens zoiets als dat het tegoed op de bankpas waarmee je incheckt niet voldoende is.
De ik-figuur rijdt toch clandestien mee, intussen zijn moeder vervloekend omdat ze de familie veel te lang heeft laten wachten op haar dood door langzaam te sterven aan kanker. Was ze nou maar in één keer aan een hartaanval of een verkeersongeluk overleden, of desnoods een bomaanslag! Bijna komt hij te laat, en op haar sterfbed herkent hij haar niet eens.
Iedereen van de familie verlaat het ziekenhuis, maar de ik-figuur heeft zijn jas laten liggen en moet nog even terug. Alleen met haar terug in de kamer ziet hij zijn moeder weer in de gedaante zoals hij zich haar herinnert, visage retrouvé, en nu kan hij eindelijk wel goed afscheid van haar nemen. En net als in Incendies is dat ook het verbreken van al te knellende banden met het verleden, maar ook het terugvinden van een identiteit.

Oum KUlthum op 71-jarige leeftijd
Het is in de moederfiguur waar de verhaallijn uit Mouawads roman samenkomt met de andere verhaallijn van de opera, die rond Oum Kulthum (“moeder van Kulthum”; in de Arabische wereld geeft men kinderen soms als Oum dit of dat, ‘moeder van enz.’, en Abu dit of dat, ‘vader van enz.’) . Zij was niet alleen een grote Egyptische zangeres, die waarschijnlijk de populairste en meest invloedrijke zanger/zangeres was in welke cultuur ter wereld ooit. Elvis Presley plus Edith Piaf plus Maria Callas plus de Beatles, zeg maar.
De zangcarrière van Oum Kulthum omspande de periode vanaf de jaren twintig tot begin jaren zeventig, de periode waarin een groot deel van de Arabische wereld onafhankelijk werd en waarin zij in veel opzichten ikoon, ‘moeder’ werd het groeiende zelfbewustzijn in die wereld.
Eén van Oum Kulthums signature songs uit het laatste decennium van haar carrière was Al-Atlal (‘de ruïnes’) uit 1966.
Umm Kulthhum met Al-Atlal in Tunis, 1968.
Al-Atlal was meteen al bij het verschijnen een klassieker maar de song kreeg in de erop volgende jaren extra betekenis. De ‘ruïnes’ in Al-Atlal zijn officieel die van een mislukte liefde, maar werden al vrij snel geassocieerd met andere rampspoed, de Arabische nederlaag in 1967 tegen Israël en de neergangsjaren van de Egyptische president Nasser, ooit de architect van het pan-Arabische zelfbewustzijn.
Zoals Wajdi Mouawads roman Visage Retrouvé niet alleen over het verlies van een moeder gaat, maar ook over het verlies van cultuur en identiteit, zo werd Oum Kulthums Al-Atlal symbool van een verloren tijd.
De begrafenis van Nasser in 1970 bracht ‘maar’ één miljoen mensen op de been, die van Oum Kulthum in 1975 meer dan twee- en volgens sommigen vier miljoen.
Het tempo van Al Atlal klinkt opgewekt, maar intussen gebruikte de Egyptische componist Riad Sunbati enkele van de meest sombere, ‘zware’ de microtonale toonsoorten, maqams, uit de Arabische muziek.
Componiste Bushra El-Turk, geboren in Londen, met ouders van Libanese afkomst en opgeleid in Groot-Brittannië in de Westerse muziektradities, verweefde voor deze opera principes uit de Westerse eigentijdse muziek met passages uit Umm Kulthums Al-Atlal. We horen zelfs fragmenten uit de oorspronkelijke opname, maar de meeste worden live uitgevoerd.

Het instrumentaal ensemble in deze uitvoering is het Amsterdams Andalusisch Orkest. Dat excelleert in de Arabische passages, maar voelt zich even goed thuis in het modern-klassieke idioom van Bushra El-Turk.

Er zijn drie zangeressen. Het stemtype van de Tunesisch-Belgische zangeres Ghalia Benali ligt het dichtst bij dat van Oum Kulthum en aan het eind van de opera krijgt zij de gelegenheid om een langere passage uit Al-Atlal te zingen.
Ghalia Benali in een eerdere uitvoering van Al-Atlal samen met Nai Barghouti en Amsterdam Sinfonietta:
Naast Ghalia Benali zingen in de voorstelling ook de Syrisch-Amerikaanse mezzosopraan Dima Orsho en de Nederlands-Indonesische sopraan Bernadeta Astari.

Een muzikaal spectaculair moment is als Orsho a capella een fraai melisma zingt en vervolgens pitchperfect op de eerste noot van ud-speler Haytham Safia in de volgende instrumentale passage uitkomt.

De gesproken rol van de ik-figuur wordt gespeeld door actrice Nadia Amin. Virtuoos, ja. Maar op dit punt is er in het concept ook iets dat ontbreekt. Uiteindelijk blijven het gesproken verhaal en de muziek twee werelden. Zou het een idee zijn geweest om de actrice ook een fragment te laten zingen? Tenslotte zingt bijna iedereen in de Arabische wereld wel iets van Oum Kulthum. En om de twee klassiek geschoolde zangeressen een deel van de tekst van de ik-figuur te laten zingen, in een gesproken recitatief en gezongen aria vorm?

Compositie Bushra El-Turk
Tekstbewerking en dramaturgie Wout van Tongeren
Muzikale leiding Kanako Abe
Regie Kenza Koutchoukali
Decor en video Yannick Verweij
Actrice Nadia Amin
Arabische zang Ghalia Benali
Mezzosopraan Dima Orsho
Sopraan Bernadeta Astari
Amsterdams Andalusisch Orkest
Gezien 20 maart, De Nationale Opera en Ballet, grote zaal van het Muziektheater. Amsterdam.
Scènefoto’s: © Bart Grietens