De weg over de wereld. De reis van Ekaterina Levental.

Tekst: Neil van der Linden

Op het toneel zien we een metersbrede landkaart, misschien ooit voor schoolgebruik, van de voormalige Soviet Unie met daarop in kleuren aangegeven verschillende etnische en taalkundige groepen. Ik kan geen Cyrillisch lezen. Maar ik denk dat Joden er niet apart op staan. Die leefden overal. Zoals de familie van Ekaterina Levental.

Het enige andere attribuut op het toneel is een harp. Ekaterina Levental is harpiste en mezzosopraan. De voorstelling De Weg is onderdeel van een trilogie over haar familiegeschiedenis.

Ze komt van achter het publiek op. Zelfbewust, gesoigneerd gekleed. Maar binnen een minuut transformeert ze in het meisje dat werd geboren in Tasjkent, in de voormalige Sovjetrepubliek Oezbekistan. Tasjkent was, in de tweede wereldoorlog terwijl de Duitsers in Rusland oprukten een toevluchtsoord voor Joden en overige vluchtelingen. De familie vluchtte tijdens het beleg van Leningrad/Sint Petersburg. Na de oorlog is de familie in Tasjkent gebleven. Maar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd de situatie steeds onveiliger.

We reizen vervolgens met het nu al wat oudere meisje mee, eerst via Wenen naar Israël, daarna, omdat de vader als niet-Jood daar als fluitist geen werk kan vinden, door naar Moskou, dan naar Zweden en uiteindelijk naar Amsterdam. “Weer een station. Ik zie borden Amsterdam”, zo beschrijft ze hoe ze het zich herinnert als ze daar op het station aankomen.

Ze geven op het station al het beetje geld dat ze nog over hebben snel uit aan snoep voor de kinderen, omdat ze gehoord hadden dat de politie het anders toch maar afpakt. Maar integendeel, in het eerste het beste politiebureau dat ze tegenkomen, op de Wallen, wordt de familie wordt warm onthaald. Ekaterina is de enige binnen de familie die drie woorden Engels kent, “We are refugee”, maar dat is al genoeg. De houding tegenover vluchtelingen was toen wel wat toleranter dan nu.

Intussen wordt de familiegeschiedenis aangevuld met muziek die Ekaterina’s eigen leven heeft bepaald. Haar vader was in Leningrad en Tasjkent fluitist geweest bij het orkest van de opera, haar moeder was pianolerares. Haar moeders familie kwam uit een Shtetl in West-Oekraïne, de benaming uit het Jiddisch voor een dorp of klein stadje met voornamelijk Joodse bevolking. Haar grootmoeder had in Leningrad oorlogsgewonden verzorgd en hield zich in Tasjkent bezig met het uitdelen van voedsel, soms het laatste dat ze zelf bezat, onder de armste nieuwaangekomen vluchtelingen. Maar het boterde niet tussen haar en haar schoonzoon, en toen de familie weer uit Israël vertrok bleef de schoonmoeder alleen achter.

Als kind had ze ook gedroomd om balletdanser te worden. Hoe Russisch kun je zijn? Dat was misschien wel bij het zien van De Notenkraker, en we horen de Bloemenwals daaruit. Als kind was ze ook lid geworden van de ‘Gagarin Pioniersgroep’, genoemd naar de eerste Russische ruimtevaarder. Toch was zij steeds vaker ‘het meisje dat op Anne Frank lijkt’. Joods dus, en dus niet Russisch genoeg, en niet Oezbeeks genoeg. Dat soort tekenen waren voor de familie destijds reden om Oezbekistan te verlaten.

Intussen was ze harp gaan spelen en werd muziek een leidraad in haar leven. Ze was met piano gestopt, omdat ze dacht dat ze te verlegen was voor de piano. Laat staan voor iets waarnaar haar verlangen nog meer uitging, zingen. Vervolgens bleek ze juist een prachtige stem te hebben, en hier in Nederland voltooide ze de opleidingen harp en zang.

Tijdens de voorstelling horen we haar harp spelen en zingen, uiteenlopende stukken. Van een ingetogen Russische volksliederen, een Jiddisch lied op muziek van Shostakovich en “Che farò senza Euridice” uit Gluck’s Orfeo ed Euridice via virtuoze coloraturen uit Rossini’s La Cerentola en Ritorna Vincitor uit Verdi’s Aida tot het melancholische ‘Les Lilas’ van Rachmaninov.

“Ik denk dat ik mijn schaamte verloren heb,’ zegt ze op gegeven moment tijdens de voorstelling. En dat geldt niet alleen voor haar zingen. Ze spreekt nu vrijuit over haar Joodse familiegeschiedenis en over haar achtergrond als vluchteling, beide onderwerpen waarover je nu inmiddels niet overal meer even gemakkelijk praat. Daarom blijft deze voorstelling zijn relevantie houden. En daarom zouden juist nu deze  voorstelling moeten zien, politici, opiniemakers, mede-vluchtelingen.

De voorstelling ging in 2017 in première. De twee vervolgdelen van de trilogie komen ook terug. De Grens gaat over haar verblijf als 16-jarig meisje in verschillende asielzoekerscentra in Nederland. Ja, want ze werden wel vriendelijk ontvangen, maar ook toen duurde het nog een tijd voor de familie door de hele asielaanvraagprocedure heen was.

En het derde deel, Schoppenvrouw, is een aangrijpend portret van de grootmoeder, van oorlogsheldin tot eenzame oudere vrouw die ergens in een bejaardentehuis in Israël.

De Weg is een LEKS productie.
Tekst en uitvoering: Ekaterina Levental
Regie en vormgeving: Chris Koolmees
Foto’s: © Chris Koolmees

Gezien vrijdag 11 oktober 2024, De Thomas, Amsterdam

Peter Franken over Poulencs operaversie van La Voix Humaine door Ekaterina Leventhal, die hij één van de beste voorstellingen van het jaar vond:

De Grens en Schoppenvrouw komen terug zaterdag, 23 november 2024 respectievelijk ‘s middags en ‘s avonds  in de  Muiderkerk in Amsterdam

Zie ook:

https://basiaconfuoco.com/2018/04/23/reveries-de-bilitis/

Nikolai Medtner: een ‘malle sentimentalist’?






t

Plaats een reactie