Tekst: Peter Frank

© Gees Voorhees, de Volkskrant
Kort na de première van La Vestale in 1808 kreeg Spontini op instigatie van Napoleon Bonaparte en keizerin Joséphine de opdracht voor een opera over Fernando Cortez, de veroveraar van Mexico.

Het werk had première in 1809 maar Spontini bleef er tot 1840 aan werken. De versie uit 1817 werd in de 19e eeuw echter gezien als de definitieve.

De opname uit Florence betreft een reconstructie van het origineel uit 1809. De kritiek die indertijd werd geuit door de zangers dat veel passages te lang werden uitgesponnen waardoor het moeilijk was de eigen aandacht en die van het publiek vast te houden, kan ik na het afspelen van deze Blu-ray wel begrijpen.

Naast zich eindeloos voortslepende recitatieven en aria’s is er bijna een uur balletmuziek, met hier en daar wat koorzang erin, op een totale speelduur van drie uur. Ook al heeft zo’n ballet wel een verhalende functie, dan nog is het erg lang naar huidige maatstaven gemeten.

De opera behandelt de korte periode na het initiële succes van Cortez doordat de Azteken in hem en zijn krijgers een soort goddelijke gezant zien. De Spanjaarden van hun kant vinden die indianen maar een stel wilden die leven nog in het bronzen tijdperk en brengen zeer wrede mensenoffers aan hun goden. Maar inmiddels is de status quo dat men elkaar ziet als normale tegenstanders in een gevecht om macht en territorium.

Cortez heeft hulp gekregen van een naburig volk dat door de Azteken werd onderdrukt en Moctezuma moet nu alles op alles zetten om hem terug de zee in te drijven. Het aspect van verbroedering krijgt een gezicht in de persoon van Amazily die door Cortez van de dood is gered toen zij op het punt stond in de Aztekentempel geofferd te worden. Haar broer Télasco vertegenwoordigt de kant van de Azteken en in een later stadium maken we ook kennis met de Hogepriester. Moctezuma blijft buiten beeld, is feitelijk ondergeschikt aan de priesterkaste.

In een zeer lang ballet proberen Mexicaanse vrouwen op instigatie van Télasco de soldaten van Cortez op te vrijen wat aardig lukt. Cortez ziet het gevaar en zet er een soort militair ballet tegenover om zijn superioriteit op het punt van oorlogvoering te tonen.

Maar Cortez’ broer wordt in de tempel gevangen gehouden en de Hogepriester is slechts bereid hem vrij te laten als de afvallige Amazily wordt uitgeleverd en alsnog geofferd. Cortez gijzelt op zijn beurt Télasco en zet de aanval in op de stad Mexico. Om zijn vastberadenheid te tonen heeft hij kort daarvoor al zijn schepen in vlammen laten opgaan, de dood of de gladiolen.

Het eindigt met de overwinning van Cortez die met een breed gebaar iedereen tot bondgenoot probeert te maken. Een nieuw tijdperk breekt aan met een nieuwe godsdienst die geen mensenoffers eist. Zijn adjudant Moralez wordt echter tijdens de ouverture en het naspel (weer een ballet!) opgevoerd als oude man die terugkijkt op de gebeurtenissen en benadrukt dat de latere kijk erop vooral een propagandistisch succes van de grote conquistador Cortez is geweest.

De decors tonen schepen op de achtergrond die later in brand vliegen. Een compleet maisveld wordt het toneel op geduwd waaruit een zwerm vrouwen opduikt die de soldaten gaan bewerken onder toeziend oog van Télasco. Verder wordt gewerkt met achtergrondprojecties en een basaal vormgegeven tempel.

De Spanjaarden gaan in kuras, de Mexicanen zijn wat toegetakeld met verf en veren. De vrouwen zijn vooral zeer kleurrijk gekleed met uitzondering van Amazaly die al een beetje Spaans is geworden en zelfs een kruis aan een ketting draagt.
Aanvankelijk doet de zang van Cortez me vagelijk denken aan Enée in Les Troyens, ook een avonturier op jacht naar roem. Wellicht heeft Spontini zijn latere collega Berlioz weten te inspireren. Anderzijds klinkt ergens in de zang van Amazaly met enige fantasie Glucks aria ‘Malheureuse Iphigénie’ door. Maar merkwaardig genoeg roept het werk niet of nauwelijks het klankbeeld van La Vestale bij me op.
De Argentijnse tenor Dario Schmunck zet een zeer solide Cortez neer, is ook qua postuur en uitstraling geknipt voor deze rol. Hij draagt grote delen van de opera en aangezien de handeling nogal eens inzakt is dat geen sinecure.
Interview met Dario Schmunk :
De Griekse sopraan Alexia Voulgaridou zingt een zeer goed verzorgde Amazaly maar mist de uitstraling die haar personage enige overtuigingskracht zou kunnen geven. Ze heeft lange solo’s te zingen, te lang zal men in 1808 hebben gedacht, en weet daarin de spanning redelijk vast te houden. Maar de dramatiek die we verwachten met een ‘Tu che invoco’ uit La vestale in ons achterhoofd blijft lang uit. Pas in haar grote aria ‘Dieu terrible. Prêtre jaloux’ als ze besluit zich voor Cortez’ broer op te offeren, tegen diens wil overigens, klinkt de ernst van de situatie in de zang door.
Koorzang en balletten zijn goed verzorgd. Het orkest van Maggio Musicale Fiorentino geeft voor zover ik kan beoordelen een goede weergave van Spontini’s partituur. Het is moeilijk er iets meer over te zeggen, ik hoorde het werk voor het eerst.
De muzikale leiding is in handen van Jean-Luc Timgaud.
Trailer:
Foto’s van de voorstelling © Michele Monasta